De Franse barokcomponist Marc-Antoine Charpentier (1643-1704) zal wel nooit vermoed hebben dat de intro van zijn Te Deum zou dienen als kenwijs voor de Eurovisie-uitzendingen, meer speciaal het jaarlijkse circus genaamd Eurovisiesongfestival. Charpentier was een vroom man, en zou hoofdschuddend hebben gekeken naar de acts met zangers die niet weten tot welk geslacht ze behoren, satanische dansjes uitvoeren, of regelrecht uit de riool lijken gekropen.
Nog minder had de man kunnen bevroeden dat de liedjeswedstrijd compleet zou ontsporen door de deelname van een land dat niet eens tot Europa behoort, maar het festival wel fameus sponsort en de televoters op het juiste spoor zet. En dat we anno 2024 in een nieuwe Heilige Oorlog zouden terechtkomen, duizend jaar na de kruisvaarten, met dat songfestival als glitterig slagveld. Terwijl en passant een Hollander uit de wedstrijd wordt gekieperd wegens onduidelijk geharrewar in de coulissen.
Laten we hem even op het juiste spoor zetten.
Festival van de domheid
ABBA (1974): de toon definitief gezet (Instagram/Abba)
Het Eurovisiesongfestival zag het levenslicht in 1956, en was toen nog een onderonsje van België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, de Bondsrepubliek Duitsland en Zwitserland. Samen vormden ze de Europese Radio-unie (EBU) die tot op vandaag het Songfestival organiseert, zij het met veel meer landen. Heel het gebeuren vormde toen een aanloop naar de Golden Sixties, waar elke huiskamer een televisietoestel hoorde te bevatten, meteen hét middelpunt van het gezinsleven. Grote ceremoniële evenementen zoals de kroning van Koningin Elisabeth, en nadien het huwelijk van onze Boudewijn en Fabiola, gingen gepaard met de intrede van het lichtkastje in de huishoudens.
De liedjeswedstrijd diende vooral om TV’s te verkopen, maar meteen ook om de modale man en vrouw op te warmen voor de met gladde popmuziek gevoede feelgood-massacultuur.
Ook het Eurovisiesongfestival was zo’n gouden moment voor de Europese beeldindustrie. De liedjeswedstrijd diende vooral om TV’s te verkopen, maar meteen ook om de modale man en vrouw op te warmen voor de met gladde popmuziek gevoede feelgood-massacultuur. Made in America. De staatsomroepen moesten de burger informeren, opvoeden, indoctrineren, maar tegelijk ook onderdompelen in een sfeer van oppervlakkig optimisme waar de nieuwe sociaaldemocratische regimes hun voordeel mee deden.
Niets nieuws onder de zon dus. Voor wie het nog niet zou door hebben: dit is sinds zijn ontstaan het festival van de wansmaak en de domheid. Het ging met zijn tijd mee, door de ondraaglijke lichtheid zoetjesaan te bevruchten met het nieuwe wokeregister. Een mijlpaal daarin was het optreden in 1998 van de… Israëlische transgender Dana International, die het festival won met het nummer Diva. Sindsdien is de muzikale fastfood bijna obligaat overgoten met een saus van diversiteit en inclusiviteit, exact wat de reclame ons vandaag biedt.
Lobbymachine
Eden Golan: ‘geen politieke boodschap’
Dit dus allemaal onder een zogenaamd politiek neutrale vlag van de leut en de Europese verbroedering/verzustering. Maar ondertussen stond de wereld niet stil. In 1973, het jaar dat Nicole en Hugo op de laatste plaats eindigden, nam Israël voor de eerste keer deel. Het was het jaar van de Jom Kipoer-oorlog én een jaar na de aanslag in München. Sinds die eerste deelname heeft Israël het Songfestival als een publicitair venster op Europa gebruikt, en zijn invloed binnen de EBU stelselmatig uitgebreid.
Sinds die eerste deelname heeft Israël het Songfestival als een publicitair venster op Europa gebruikt, en zijn invloed binnen de EBU stelselmatig uitgebreid.
Dat is natuurlijk niet verboden, maar het zet wel een en ander in perspectief. Terwijl Rusland en Wit-Rusland sinds 2022 gebannen worden omwille van de inval in Oekraïne, was een uitsluiting van Israël dit jaar nooit een optie, ondanks hevig protest, inclusief het wegfilteren van boe-geroep in de zaal. Dat de hoofdsponsor van het festival, het beautymerk Moroccanoil, zijn standplaats in Israël heeft, is uiteraard geen toeval.
Israël spaart moeite nog middelen om de publieke opinie wereldwijd -en meer specifiek in Europa- voor zich te winnen. Er rijdt overigens ook een wielerploeg in het peloton, genaamd Israël-Premier Tech, die weinig brokken maakt en waar nauwelijks een Israëlische renner in te bespeuren valt, want de jonge gasten rijden daar allemaal in tanks. Nogmaals: dat is allemaal niet verboden, maar je moet wel met oogkleppen rondlopen om de lobbymachine niet te zien achter deze soft power.
Twintig stemmen erbij
Wat ons op het televoting-verhaal brengt, en de zogenaamde spanning tussen de ‘elite’ en ‘het volk’ die daarin tot uiting kwam. Kijkers mogen ook per SMS hun stem uitbrengen, en gecombineerd met het oordeel van de vakjury geeft dat de definitieve uitslag. Dat hadden ze in Israël goed begrepen. Naar het schijnt houdt premier Netanyahu, ook groot fan van Netta die in 2018 het festival won, er zich persoonlijk mee bezig. Maanden voor het evenement in Malmö werd er door Tel Aviv al intensief gelobbyd om voor Israël te stemmen. Iedereen op deze aardbol kon dat namelijk, dus ook pakweg de Joodse gemeenschap in New-York.
Wie dit in zijn onnozelheid nog ernstig neemt, moet Bart Peeters of zo heten. Gelukkig is het allemaal niet dodelijk en zonder verder belang, het is maar televisie.
In Europa voelde vooral rechts zich aangesproken om op de kar van de Israëlische propaganda te springen. Een mobilisatie die zijn vruchten afwierp. In 15 landen, waaronder België, kreeg Golan de publieksprijs. Eén keer raden uit welke hoek. ‘Nog nooit van mijn leven gekeken, laat staan gestemd, maar zonet het maximum van 20 stemmen voor Israël uitgebracht’, tweette VB-er Sam Van Rooy. Bingo, 20 stemmen erbij, Sam had de instructies blijkbaar goed gelezen.
Wie dit in zijn onnozelheid nog ernstig neemt, moet Bart Peeters of zo heten. Gelukkig is het allemaal niet dodelijk en zonder verder belang, het is maar televisie. In de marge van de Gaza-tragedie kregen we een klucht voorgeschoteld met gekke tot horrorachtige shownummers, witblauw Übermensch-ballet dat vast de goedkeuring van Leni Riefenstahl zou gekregen hebben, een non-binaire vogelmens uit Zwitserland als winnaar, een stuurloos zwalpend feestcomité, een in rook opgegane Joost-mag-het-niet-weten, en nog wat gebrul buiten de zaal.
Het liedjesconcours interesseert me geen zier, maar de soap er rond was best onderhoudend. Het is helemaal niet nodig dit af te schaffen, ook vandaag moeten er nog TV-toestellen, enfin, plasmaschermen verkocht worden, en mag de muziekindustrie een boost krijgen. Te deum laudamus, tot volgend jaar, good bye, geniet van onderstaand sarcasme:
Joost Klein: ‘Wij zijn uit Europa’
Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee.