Worden kinderen in de opvang ‘staatseigendom’? Echt?

Ik ben geen fan van gemaskerd konijn en politiek lichtgewicht Conner Rousseau, daar zal niemand me van verdenken. Maar ik begrijp de commotie eerlijk gezegd niet rond zijn onlangs opgelaten ballon -meer is het niet- om kinderen verplicht naar de crèche en de kleuterklas te sturen, en een schoolplicht vanaf drie jaar in te voeren. En al zeker niet als het gemor van de rechterzijde komt.

Om te beginnen: we betalen belastingen, véél belastingen en krijgen daar onder meer slechte wegen, een kwakkelig openbaar vervoer, en onderwijs voor terug dat volgens alle internationale normen ondermaats is. Ook de kwaliteit van de kinderopvang is in Vlaanderen een blijvend pijnpunt, terwijl ruim de helft van de Vlamingen, vooral de hardwerkende tweeverdieners, gebruik maakt van opvang voor kinderen onder de twee jaar.

Subculturen

Conner Rousseau is zelf al een karikatuur, laten wij de essentie niet uit het oog verliezen.

Al decennia jammeren we dat het onderwijs slabakt, mede door de instroom van allochtone kinderen die het Nederlands onvoldoende beheersen. Hun achterstand wordt ook deze van onze kinderen, want er bestaat zoiets als het globale klaspeil. Als dat te wensen overlaat, zijn de normaal- en hoger begaafden de grootste dupe. Achter de dramatische OESO-cijfers schuilt een gebrek aan integratie van migrantengezinnen, een onvoldoende contact met onze taal én ons waardenstelsel, een algemene intellectuele desinteresse die ze sowieso met de paplepel binnen krijgen, we moeten daar verder geen tekeningetje bij maken.

Dat euvel oplossen noem ik kerntaak nummero uno van de overheid: de achterlijke ‘gemeenschappen’ van de schotelantennes afbouwen. Vermits we volgens alle mensenrechtenprincipes de ouders niet van de kinderen kunnen scheiden (zelf ben ik voorstander van een gesubsidieerd kostschoolsysteem voor migrantenkinderen, een investering die zich dubbel en dik zou terugverdienen), is het logisch dat we die kinderen zo snel mogelijk pedagogisch opvangen.

Onderwijs is sowieso een gemeenschapsgebeuren, iets dat de overheid organiseert vanuit bepaalde criteria omtrent kennis, vaardigheden én de waarden die wij belangrijk vinden. En dat begint logischerwijze bij de peuteropvang.

Ik kan me voorstellen dat daar binnen die subculturen over gemord zou worden -ouders verliezen voor een stuk hun greep-, en zelfs in links-weldenkende kringen (het bedreigen van de diversiteit!), maar begot toch niet in kringen waar het Vlaams-identitaire thema speelt, en de roep om een leidcultuur? Leidcultuur, dat is nog wat anders dan een commissie van wijzen een ‘canon’ laten fabriceren: het gaat om een sokkel van waarden waarop alle diversiteit en pluralisme kan gedijen.

Het gedram van psychotherapeut Mattias Desmet dat we zo naar een ‘staatsbureaucratie’ gaan, een communistisch systeem, met een verwijzing naar de hond van Pavlov, en er dan nog eens de vaccinatieplicht bij sleuren, is werkelijk van de pot gerukt. Onderwijs is sowieso een gemeenschapsgebeuren, iets dat de overheid organiseert vanuit bepaalde criteria omtrent kennis, vaardigheden én de waarden die wij belangrijk vinden. En dat begint logischerwijze bij de peuteropvang.

Grijze hersencellen

De schoolstrijd ofte ‘de strijd om de ziel van het kind’: toen al ging het over schoolsoep

Ook vensterspringster Hilde Crevits deed haar duit in het zakje, door te roepen dat de socialisten van kinderen ‘staatseigendom’ wil maken. Ze zou moeten weten dat de vrijheid van onderwijs al in 1831 in de Belgische Grondwet is ingeschreven, net als reactie op het activistische en centralistische onderwijsbeleid van de Nederlandse, Franse en Oostenrijkse heersers. Eenieder heeft het grondwettelijk recht om onderwijs of kinderopvang in te richten. Het fameuze Schoolpact van 1958 regelt de vrije schoolkeuze van de ouders en een gelijke subsidiëring van het vrij onderwijs, met name elke inrichtende macht die aan bepaalde normen beantwoordt.

Eenieder heeft het grondwettelijk recht om onderwijs of kinderopvang in te richten. Het fameuze Schoolpact van 1958 regelt de vrije schoolkeuze van de ouders en een gelijke subsidiëring van het vrij onderwijs, met name elke inrichtende macht die aan bepaalde normen beantwoordt.

Dat geldt dus ook voor crèches en peutertuinen. Dat de schromelijk ondergefinancierde kinderopvang maar niet gesaneerd geraakt, is een van de vele punten waarvoor de Jambonploeg in 2024 de rekening zal krijgen. En het zou zeker de hardwerkende Vlaamse tweeverdiener niet zijn die pruttelt omdat we eindelijk werk maken van een degelijk en kwalitatief kinderopvangsysteem.

Waar dat geld precies vandaan moet komen, is een budgettaire discussie (Rousseau heeft het over een erfenisbelasting voor grote vermogens en een kindergeldsysteem dat meer rekening houdt met het inkomen). Maar feit is dat een enorme inhaalbeweging zich opdringt. In de opvang betekent dit minder kinderen per verzorger, en een evolutie van het zorgmodel (luiers verversen) naar een pedagogische missie, wat personeel met hogere diploma’s vergt. Dus ja, Conner of geen Conner, en ondanks de Pavlov-karikatuur van professor Desmet: jong begonnen is oud gedaan, en vanaf het eerste levensjaar is onze kostbaarste grondstof, de grijze hersencellen, toe aan zorgzame opkweek.

Lintbebouwing

En dan is er nog dat ander monster van Loch Ness, de lege brooddoos. Of deze die een handvol chips bevat, of een verkruimeld stuk pizza. Ik heb het thema al een paar keer aangekaart, telkens dat monster terug de kop opsteekt. Het verschil tussen een lege en een volle, gezonde brooddoos (boterhammen met beleg en een stuk fruit of yoghurtje) is een paar euro’s, dus mogen we enige nonchalance vermoeden, zoals HLN-columniste Nadine Van Der Linden ooit stelde. Maar ook hier heeft de overheid, de gemeenschap dus, een corrigerende taak.

In Vlaanderen hoeft geen enkel kind, van welke kleur of gezindte ook, honger te lijden omwille van nonchalance of schuldig verzuim van de ouders, kunnen we het daarover eens zijn? Dus is warm eten op school een oplossing, en ja, trek maar af van het kindergeld, of groeipakket zoals dat tegenwoordig zo mooi heet. Idem voor schoolbenodigdheden, uitstappen en dies meer: het kindergeld dient, zoals het woord het zegt, om het welzijn en sociaal functioneren van kinderen te bevorderen, niet om hun ouders sigaretten te laten kopen. En ja, daar mag best een korting gegeven worden aan de laagste inkomens.

Het kindergeld dient, zoals het woord het zegt, om het welzijn en sociaal functioneren van kinderen te bevorderen, niet om hun ouders sigaretten te laten kopen.

Klinkt dat allemaal te Conneriaans? Luister eens, het is niet omdat deze blaaskaak in het wild ballonnen oplaat, elke week wel een, dat we het kind met het badwater moeten afschieten,- bewuste contaminatie, vond het grappig klinken. Maar serieus, om af te sluiten: als iemand nog gelooft in de res publica, -in plaats van dat verschrikkelijke woord ‘staat’-, de natie als project dus, laten we dan kinderen en de jeugd ook een beetje als gedeeld bezit beschouwen, dat woord niet bedoeld als eigendom maar als iets dat ons als gemeenschap aanbelangt omdat ze uw en mijn toekomst uitmaken.

In Scandinavië is dat common sense, hier zijn er mensen die bij dat idee in een kramp schieten en over Chinese heropvoedingskampen beginnen. Het mag wat meer zijn, heel wat meer, of we zitten volgende eeuw nog met intellectuele lintbebouwing opgescheept.

Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee. 

Advertentie
Geplaatst in Burgerzin en onzin, Cultuur, Onderwijs, Res publica | 6 reacties

Witte rook uit het canonconclaaf: ons Paula is er bij!

Slechts één derde van de Vlaamse kiezers vindt België nog de naam ‘democratie’ waardig. Op een schaal van één tot tien geeft men het vertrouwen in de politici een drie, een gemiddelde over alle partijen heen (!). Zowel op het Belgische als het Vlaamse niveau. Dat zijn een paar in het oog springende cijfers van de peiling die De Standaard en de VRT lieten uitvoeren, twee media die men niet kan verdenken van veel regimekritische ingesteldheid. De Vlaming is het kotsbeu, en het ziet ernaar uit dat het aantal thuisblijvers enorm zal toenemen eens de stemplicht wordt afgeschaft. Dat is exact het onderwerp van mijn jongste boek ‘Kakistocratie’.

In het licht van deze gegevens kan men zich afvragen wat het ineen knutselen van een ‘Vlaamse culturele canon’ nog betekent. Als de band met de politiek zoek is, wat zal de Vlaming zich nog inlaten met een door de regering Jambon besteld lijstje van wat als ‘volkseigen’ wordt beschouwd? Of is het een afleidingsmanoeuvre om de welbekende olifant in de kamer niet te moeten benoemen? Noteer dat het woord ‘canon’ oorspronkelijk geloofsleer betekent.

Gekibbel

De Vlaamse canon mocht vooral niet te flamingant worden, zodoende…

Ter herinnering: in oktober 2020 werd historicus Emmanuel Gerard (KU Leuven) door de Vlaamse regering aangesteld als hoofd van een commissie, die een lijst moest opstellen van namen en gebeurtenissen die bepalend heten te zijn voor de Vlaamse identiteit. In dat achtkoppig cenakel vinden we namen terug als de onvermijdelijke groottante van de politieke correctheid Tinneke Beeckman, de extreemlinkse geschiedenisprof Jan Dumolyn (UGent, ook kernmedewerker aan ‘Het Verhaal van Vlaanderen’), en columniste van Marokkaanse komaf Hind Fraihi, gespecialiseerd in het monitoren van het ‘extreemrechtse gevaar’, waarvoor ze tot Commandeur in de Kroonorde werd benoemd.

Aan de gewone Vlaming is overigens nooit gevraagd wat hij of zij dan wel zo belangrijk vond: de samenstelling van de canon voltrok zich in de grootste discretie achter academische muren.

Om maar te zeggen: de canon mocht vooral geen politiek instrument worden van centrumrechts, meer bepaald van de N-VA, dat was de grote vrees van de intellectuele elite. Vorig jaar maakten een aantal leden van de deftige Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten zich al nerveus over een mogelijke rechts-identitaire insteek, hoewel er toen nog geen letter van dat canondocument op papier stond. Het gekibbel daarover is nooit opgehouden, en is misschien wel de meest karakteristieke facet van de Vlaamse identiteit.

In het Canvasprogramma De Afspraak van 10/5 werden Antwerps schepen Els Van Doesburg (N-VA) en columnist Marc Reynebeau aan tafel gebracht om het gekrakeel tussen voor en tegen nog eens over te doen. Het werd een non-debat waar dit programma ondertussen in uitblinkt. Van Doesburg kwam niet verder dan de gebruikelijke clichés over identiteit en ‘fierheid’, terwijl Reynebeau zijn Belgicistische kramp en angst voor het Vlaamse fascisme nog eens mocht etaleren. De immer grijnzende Phara keek en zag dat het goed was. Aan de gewone Vlaming is overigens nooit iets gevraagd: de samenstelling van de canon voltrok zich in de grootste discretie achter academische muren.

Belgisch compromis

Interessanter nog dan de canon, is wat er niét in staat: geen plaats voor de Voil Janetten

Wat staat er nu allemaal in, en wat niet? Wel, het ziet ernaar uit dat de commissie evenwichtig heeft geoordeeld ten einde niemand tevreden te stellen. Een geslaagd compromis, wat we zowaar als een Belgisch trekje kunnen beschouwen. De gemene sokkel ligt in een ver verleden met de prehistorische nederzettingen, de Kelten, en de Gallo-Romeinen. En jawel, ook de Guldensporenslag kon niet onvermeld blijven, evenmin als het Lam Gods of het Reinaert-epos. Let op de gelijkenis met het traject van ‘Het Verhaal van Vlaanderen’: hoe dichter men bij de hedendaagse geschiedenis komt, hoe meer anekdotiek en folklore de overhand nemen en we in een toeristische brochure terecht komen.

Het canondocument eindigt -niet toevallig- op dezelfde manier als de TV-serie ‘Het Verhaal van Vlaanderen’: met een hiep-hiep-hoera voor de diversiteit en de multiculturele samenleving, als een obligaat happy-end.  

Hierin krijgt dan het Kookboek van de Boerinnenbond een ereplaats, TV-presentatrice van het eerste uur Paula Semer, het woord goesting, het Ros Beiaard, de Ronde van Vlaanderen, Rock Werchter, naast de ‘verbindende’ Reuzenstoet van Borgerhout. Niét het Aalsters Carnaval: te controversieel, te stout, te… Vlaams? Dat Jacques Brel, auteur van het schimplied Les flamingants, er wél in moest, naast de socialistische feministe Emilie Claeys, verraadt hoe bezorgd de commissie wel was om het Vlaams natiegevoel zeker niet te kietelen.

Het canondocument eindigt -niet toevallig- op dezelfde manier als de TV-serie ‘Het Verhaal van Vlaanderen’: met een hiep-hiep-hoera voor de diversiteit en de multiculturele samenleving, als een obligaat happy-end. De IJzertoren is ook in de canonversie een Belgisch vredesmonument geworden, en géén trefpunt van het flamingante radicalisme. Die zitten op de IJzerwake, vijftig keer meer volk, maar uiteraard niet behorend tot de Vlaamse identiteit.

Wanhoopspoging

Het ontslagmoment van Wouter Beke had zeker ook een plaatsje verdiend.

Het lemma ‘lintbebouwing’ toont aan dat de commissie toch enig gevoel voor humor moet gehad hebben: het is de muis in de tekening, die eigenlijk aantoont dat heel dat canongebeuren een lachwekkende charade is. Het ware dan nog eerlijker geweest om er een laagdrempelig volksgebeuren van te maken, iedereen vrij voorstellen te laten doen, veel debat in de sociale media, een short-list, en afsluitend een ‘grote stemming’ met de allure van een TV-verkiezingsshow. Elk jaar over te doen. Veel kans dat het Aalsters carnaval het wél zou gehaald hebben en Jacques Brel niet, de schrik voor de Vlaamse vox populi zit nu eenmaal diep.

Het verschil met bijvoorbeeld Nederland en Denemarken, is dat bij ons volk en natie niét samenvallen, een gespletenheid die elke zoektocht naar ‘identiteit’ bij voorbaat zinloos maakt. 

Conclusie: een poging voor Jambon om zijn mager palmares wat op te smukken, een bezigheidstherapie voor opiniemakers en academici. Het gedoe rond de Vlaamse canon gaat helemaal voorbij aan de socio-politieke realiteit, namelijk de diepe antipolitieke onderstroom en de behoefte aan een ‘exit’. Het verschil met bijvoorbeeld Nederland en Denemarken, is dat bij ons volk en natie niét samenvallen, een gespletenheid die elke zoektocht naar ‘identiteit’ bij voorbaat zinloos maakt. Wat hebben wij aan een gedeeld cultureel referentiekader, zolang we voor underdog spelen in een hybride staat die de meerderheid minoriseert en als melkkoe gebruikt?

Laat het Lam Gods dus voorlopig maar hangen waar het hangt. Het grote ongenoegen dat Vlaanderen vandaag kenmerkt,- en dat bewijst de recente peiling,- gaat zowel over de regerende politieke nomenklatura als de Belgische pseudo-democratie waarbinnen deze haar zaakjes doet. België staat op springen, maar de Vlaamse politieke elite is niet klaar voor een republikeinse transitie. Dus schotelt ze ons het Boerinnenbondkookboek, Paula Semer en begot Jacques Brel voor, als een wanhoopspoging om tijd te winnen, liefst tot na 2024. Weinig kans dat de truc aanslaat, dit document is voorbestemd om snel in de grote schuif te belanden. En de boer hij ploegde voort, in een grond die alsmaar drassiger wordt. Tiens, de Vlaamse klei, ook helemaal vergeten!

Ondertussen ga ik verder de boer op met mijn boekvoorstelling ‘Kakistocratie’. Interesse om een lezing te organiseren? Neem contact op via mail: johan.sanctorum@telenet.be.

Geplaatst in Burgerzin en onzin, Cultuur, Het politiek theater, Kakistocratie, Politiek incorrect, Res publica | 8 reacties

Telenet ‘out-of-service’

Telenet, de eens zo glorieuze parel aan de Vlaamse economische kroon, ligt op apegapen. De overstap naar een met veel toeters en bellen aangekondigd nieuw softwareplatform blijkt een fiasco. Dat is nogal dikwijls met IT-tovenaars die neerstrijken en het eens allemaal gaan regelen. In dit geval is het zelfs een driekoppige deus ex machina, te weten Cognizant, Netcracker en Pega, drie Amerikaanse hightech-adviseurs en ontwikkelaars. Het schijnt vooral fout te lopen bij de overdracht van gegevens van het oude naar het nieuwe systeem.

Minder service, hogere factuur

De rotzooi is ondertussen zodanig geëscaleerd dat de federale Ombudsdienst voor Telecommunicatie de klachtenmails niet meer verwerkt krijgt: klanten die onterechte boetes krijgen wegens laattijdig betalen en door de helpdesk wandelen worden gestuurd (‘U moet eerst die boete betalen, we zullen daarna wel zien of we hem terugstorten’), decoders of modems die ook na weken niet geactiveerd geraken, e-mail­accounts die plots alle dienst weigeren (een ramp voor professionele gebruikers), GSM-nummers die onterecht worden afgesloten,… noem het en de Telenetklant wordt erdoor geteisterd.

We hebben hier te maken met een privé-nutsbedrijf dat in buitenlandse handen is, met aandeelhouders die enkel in winstcijfers geïnteresseerd zijn, niet in de kwaliteit van uw internetverbinding.

Uitgerekend nu krijgen al die klanten ook een brief in de bus waarin een tariefverhoging van 6% wordt aangekondigd. De druppel teveel: de uittocht richting concurrenten als Proximus, maar ook kleinere spelers als MobileVikings lijkt ingezet, ook al is het vooralsnog onmogelijk om een emailadres te behouden zoals dat met telefoonnummers wél kan. Goede raad: ontkoppel je email van je internetprovider en neem bijvoorbeeld een Gmail-adres.

De klachtenregen heeft ook de politiek bereikt. Staatssecretaris voor Consumentenzaken Alexia Bertrand (Open VLD) heeft het bedrijf op het matje geroepen en dringend verzocht iets te doen aan het probleem. Meer dan vage beloften leverde dit niet op: de IT-ers zullen gewoon hun ding doen en het kan nog maanden duren voor alles terug normaal verloopt. Vanuit de N-VA kwam alvast een voorstel om telecomoperatoren te verplichten hun klanten te vergoeden als de beloofde service mankeert. Kamerleden Michael Freilich en Anneleen Van Bossuyt hebben daarover een wetsvoorstel ingediend. De kern van het probleem is echter van een andere orde: we hebben hier te maken met een publiek nutsbedrijf dat in buitenlandse privé-handen is, met aandeelhouders die enkel in winstcijfers geïnteresseerd zijn, niet in de kwaliteit van uw internetverbinding.

‘Vlaamse verankering’

Luc Van Den Brande: visionair of naïef?

Dat was ooit anders. Telenet is het geesteskind van de eerste voorzitter van de Vlaamse Executieve Luc Van Den Brande (toenmalige CVP). Met de nota Project Vlaanderen-Europa 2002 werden in 1992 de krijtlijnen uitgezet van een ambitieuze kenniseconomie die ook de Vlaamse verankering in sleutelsectoren voorzag. Telenet was een Vlaams succesverhaal, niet in het minst door de uitbouw van een glasvezelnetwerk. Maar toen al was de aandeelhoudersstructuur niet safe inzake die Vlaamse verankering: naast de gemengde intercommunales, de GIMV en publieke aandeelhouders participeerde ook telecomoperator US West, nadien herdoopt tot MediaOne, dat overgenomen werd door AT&T. Allemaal Amerikaanse telecombedrijven. Het paard van Troje was al binnen.

In 2001 verwerft Callahan Associates 54% en wordt de nieuwe meerderheidsaandeelhouder. In 2004 verschijnt Liberty op het toneel, dat gestaag zijn participatie vermeerdert en vandaag aan 58,28% zit. De ambitie van dit Amerikaans-Brits-Nederlands telecomconcern is om voor 100% eigenaar van Telenet te worden. Onderweg heeft Telenet zich ook op de content-markt geworpen, o.m. via een eigen sportkanaal en het overnemen van mediaholding De Vijver (waartoe o.m. zenders VIER, VIJF, ZES en Woestijnvis behoren) en productiehuis Caviar.

Als Telenet straks voor 100% bezit wordt van Liberty Global, dan krijgen we de curieuze situatie dat Wouter Vandenhaute en heel zijn Woestijnvisploeg zullen werken voor Amerikaanse broodheren

Die evolutie doet de wenkbrauwen fronsen. Als Telenet straks voor 100% bezit wordt van Liberty Global, dan krijgen we de curieuze situatie dat Wouter Vandenhaute en heel zijn Woestijnvisploeg zullen werken voor Amerikaanse broodheren. Idem voor het Vlaamse streamingplatform Streamz (nu Telenet en DPG Media), opgericht als tegengewicht voor Netflix: het zit er dik in dat ook hier een veramerikanisering zich zal doorzetten, zoals Vlaams Parlementslid Katia Segers (Vooruit) terecht opmerkt.

Men kan zich afvragen waarom een internetprovider überhaupt productiehuizen moet opkopen. De door Europa gedicteerde privatisering, en het blind geloof in de vrije markt dat in Vlaanderen sterk leeft, hebben Telenet in de richting gedreven van een schaalvergroting en zogenaamde diversificatie die lichtjaren verwijderd is van de oorspronkelijke missie waarvoor het bedrijf werd opgericht.

Waterhoofd

De nationale energiesector, in dezelfde periode uitverkocht door Verhofstadt en C° 

Het uitverkoop van Telenet vertoont sterke gelijkenis met deze van Electrabel, en voltrok zich in dezelfde vrijemarkt-euforie van de jaren ’90, waardoor we onze elektriciteitsvoorziening aan een Frans semi-staatsbedrijf verkwanselden. We zitten nog steeds met de kater.

Vandaag groeit toch weer van langsom het besef dat het een kerntaak van de overheid is, om in dienst van de gemeenschap strategische sectoren te beschermen en te beheren, zonder dat dit communisme hoeft te heten. Onvoorstelbare miskleunen als B-post (een beursgenoteerd overheidsbedrijf met de overheid als klant !?) tonen alvast hoe het niét moet. Het is zoeken naar een nieuw evenwicht tussen vrije markt en goed beheer van strategische sectoren. Telenet is een enorm waterhoofd, de afstand tussen de eigenaar en de gebruiker in de Vlaamse huiskamer is veel te groot geworden. Afslanken en ‘herverankeren’ is dus de boodschap.

Vandaag groeit toch weer van langsom het besef dat het een kerntaak van de overheid is, om in dienst van de gemeenschap strategische sectoren te beschermen en te beheren, zonder dat dit communisme hoeft te heten. 

Hoe dat moet, ik laat het over aan de specialisten, want in principe verbiedt Europa dit soort operaties. Maar de 100%-overdracht aan Liberty is nog niet rond, misschien valt er nog wat uit de brand te slepen. Het bedrijf zou een door de overheid gecontroleerde uitbater van het glasvezelnetwerk kunnen worden, waarop de vrije concurrentie kan spelen, vergelijkbaar met het aanbod van energie. Om elke monopolievorming te vermijden moeten ook kleine spelers toegang tot de markt krijgen, en dient een verandering van leverancier zo vlot mogelijk te verlopen, mét behoud van bijvoorbeeld emailadres. Een minimumaanbod dient gewaarborgd, eventueel via die netwerkbeheerder.

De manier waarop Telenet zijn klanten gijzelt met kastjes, decoders en modems allerhande (Proximus van ’t zelfde) is tenslotte niet meer van deze tijd. Het is banale geldklopperij, simpel op te lossen door het TV-aanbod via internet te gebruiken. Het moet eenvoudiger, de gebruiker moet zijn autonomie herwinnen, en de vrije markt is een mooi ding, maar de lat moet wel gelijk liggen. Soit, laat Telenet nu maar eens goed zweten en veel klanten verliezen. Misschien krijgen we langs een omweg toch nog dat kroonjuweel terug, als de beurswaarde genoeg zakt, en dan hebben we een hoop bij geleerd.

Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee. 

Geplaatst in Economie voor dummies, Internet en eksternet, Kakistocratie, Res publica | 15 reacties

Acht mei… wat valt er vandaag te vieren?

Niet zoveel eigenlijk…

Mei 1945: viering van de bevrijding op de Brusselse Grote Markt

Vandaag is het acht mei, de dag waarop nazi-Duitsland in 1945 de capitulatie tekende. Dat gebeurde in twee versies, eentje voor de geallieerden, en daarna moesten ze het voor het Rode Leger nog eens overdoen want Stalin wilde ook een ceremonie voor eigen gebruik met de juiste foto’s voor zijn album. België was dan al acht maanden bevrijd, de concentratiekampgevangenen keerden terug -wat daarvan overschoot althans-, het was de tijd van de repressie en de afrekeningen tussen witten en zwarten. Na de bevrijding bleken er opeens heel wat van die eerste categorie. En dan was er nog de vraag of Leopold III mocht terugkeren: België was een verdeeld land, de roes van de bevrijding sloeg snel om in nieuwe stammentwisten.

Misschien is dat de reden dat die 8 mei, in tegenstelling tot 11 november -einde van de 1ste wereldoorlog- alleen een verlofdag was voor de scholen en de ambtenaren, tot de regering Tindemans hem in 1974 om economische redenen helemaal afschafte. Vandaag gaan er stemmen op om er terug een volwaardige feestdag van te maken, ‘als de dag waarop Europa het fascisme overwon en de democratie liet zegevieren’.

Van de regen in de drop

4 november 1956: Sovjettroepen vallen Hongarije binnen

Dat lijkt een nobel idee, maar helaas ook wat hypocriet en met miskenning van de historische realiteit. 8 mei is ook de dag dat Rusland de oorlog won, en als trofee de helft van Europa bleef bezetten tot eind de jaren ’80. Opstanden zoals de Hongaarse werden bloedig neergeslagen, en DDR-burgers die naar het westen probeerden te vluchten werden genadeloos afgeknald. Oost-Europa herwon zijn onafhankelijkheid na de val van die muur, maar vandaag bombardeert de oude bondgenoot van de 2de wereldoorlog Oekraïne plat.

Aan de andere kant, de westerse, betekent V-dag de start van het Coca-Cola-imperialisme, de veramerikanisering, die via het Marschall-plan en met dank aan de nieuwe koude oorlog Europa duurzaam moest inmetselen in de kapitalistische wereldorde. Met de snelle modernisering kwam ook de import op gang van het consumentisme, de televisie als nieuwe haard en de auto als fetisj van de vooruitgang, de eindeloze jacht op statussymbolen, en uiteraard de daarbij horende glijmiddelen van de massacultuur.

Politiek is Europa na 1945 ontwaakt als een restgebied tussen grootmachten, een wingewest zelfs, de hegemonie van het oude Europa keert nooit meer terug.

Met zegt dat de geschiedenis altijd door de overwinnaars wordt geschreven, maar Europa lijkt minstens voor de helft de tweede wereldoorlog verloren te hebben: een ‘van-de-regen-in-de-drop’ gevoel. De bevrijdingseuforie werd de opmaat tot de Golden Sixties, de vrijheid-blijheid van mei ’68 (ook weer uit Amerika overgewaaid, ditmaal via de hippie-tegencultuur), wat tenslotte uitliep in de fameuze Mars door de Instellingen van de nieuwe elites die nu pas zijn afgezwaaid. Het zijn deze soixant-huitards die voor de afbouw van de Europese leidcultuur hebben gekozen, en de poorten van Europa wijd open hebben gezet voor de massamigratie, met de culturele diversiteit als alibi.

Politiek is Europa na 1945 ontwaakt als een restgebied tussen grootmachten, een wingewest zelfs, de hegemonie van het oude Europa keert nooit meer terug. De NAVO verankerde Europa in de Amerikaanse militaire logica, de Europese Unie bracht een bureaucratie zonder weerga voort, waarvan het democratisch gehalte zeer betwistbaar is.

‘8mei-coalitie’

Rector Van Goethem: voor de vrijheid van mening, maar niet op zijn eigen universiteit

Het gaat dus niet zomaar op om 8 mei tot feestdag te bombarderen – ongelukkige term misschien hier-, het vergt op zijn minst veel voorbehoud, nuance en duiding, zie hoger. Daarvoor dienen geschiedenislessen, maar die krijgen amper nog een plaats in de zogenaamde kennismaatschappij van vandaag waar alleen nog vaardigheden van tel zijn. Het is daarbij opmerkelijk dat vooral vanuit de linkerzijde de roep klinkt om 8 mei als ‘dag van de democratie’ in ere te herstellen.

Meteen wil de linkse koepel er een betaalde verlofdag én strijddag van maken ‘tegen het negationisme, seksisme, antisemitisme, extreem nationalisme, islamofobie en homofobie’.

Eerst en vooral is er UA-rector Herman Van Goethem die stevig aan de kar trekt. ‘Op 8 mei moeten we de overwinning van de democratie op het totalitarisme gedenken’, klinkt het in VRT/De Afspraak. Men zou van een historicus meer verwachten dan dit torenhoog cliché. Maar Van Goethem is ook een notoir bestrijder van extreemrechts in Vlaanderen, en dé inspiratiebron voor de 8mei-coalitie, een links-activistisch platform van vakbonden en middenveldorganisaties die voor het herinvoeren van de feestdag ijveren. Meteen wil de linkse koepel er een betaalde verlofdag én strijddag van maken ‘tegen het negationisme, seksisme, antisemitisme, extreem nationalisme, islamofobie en homofobie’. En uiteraard als ‘dam tegen extreemrechts’.

De politieke recuperatie werd zo gênant dat Herman Van Goethem zich verplicht zag om gas terug te nemen en te erkennen dat ‘ook radicaalrechts een plaats kan hebben in onze parlementaire democratie, zolang ze die democratie respecteren’. Helaas respecteert de democratie de 25% radicaalrechtse kiezers niet want hun stem telt per definitie niet mee. De UA-rector is ook sterk in mijn achting gedaald sinds de kwestie van de twee docenten, die in een privé-gesprek over de taalvaardigheid van allochtonen van mening wisselden, en na het online zetten van de opname als ‘racisten’ met pek en veren werden beklad. Dat is democratie van een bedenkelijk allooi, en het werd er niet beter op toen dezelfde rector zich weerom in De Afspraak uitputte in verontschuldigingen, en noch min noch meer een controle- en afluistermaatschappij propageerde.

Expertenregime

Marc Van Ranst: superdemocraat én bewaker van de pensée unique in covid-tijd

Ook viroloog Marc Van Ranst is een groot voorstander van 8 mei als ‘feestdag van de democratie en de vrijheid’, lezen we in De Morgen. Maar het is uitgerekend in de covidperiode, waar hij op het TV-scherm niet weg te slaan was, dat we moesten vaststellen hoe makkelijk een zogenaamde democratie wegglijdt naar een totalitair expertenregime. Of wil Van Ranst vooral de overwinning van het Rode Leger gedenken?

Samengevat: een bezinningsdag over het democratisch deficit zou misschien gepaster zijn. Beide opiniemakers zijn slecht geplaatst om ons te overtuigen dat er op 8 mei iets te vieren valt. We hebben het dan nog niet gehad over de staat van de pers in Vlaanderen en België, de oprukkende verwoking, de politiek correcte (zelf)censuur in de media, en de uitsluiting van andersdenkenden die niet tot de links-progressieve doctrine behoren. Op de wereldranglijst persvrijheid is België van plaats 11 naar plaats 23 getuimeld, en moet het landen als Namibië en Jamaica voor laten gaan.

We hebben het dan nog niet gehad over de staat van de pers in Vlaanderen en België, de oprukkende verwoking, de politiek correcte (zelf)censuur in de media, en de uitsluiting van andersdenkenden die niet tot de links-progressieve doctrine behoren.

Officiële feestdagen zijn er per definitie voor iedereen, zonder dat mensen een examen moeten afleggen over de betekenis ervan. Hun symbolische waarde is gering, het zijn gewoon verlofdagen, behalve voor wie er ideologisch bij betrokken is. Het zijn restanten van de zuilenmaatschappij, schaf ze af en geef werknemers, buiten Pasen en Kerst, een paar extra vakantiedagen naar goeddunken te kiezen. Laten we alvast dat ‘feest van de democratie’ maar opdoeken, het klinkt eigenlijk nogal Noord-Koreaans. Nadenken en discussiëren over vrijheid en democratie is wél zinnig, die principes toepassen nog meer, niet op één dag maar een gans jaar. De bevrijding is niet afgelopen, ze moet nog beginnen en we gaan haar niet cadeau krijgen. 8 mei, werkendag.

Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee. 

Geplaatst in Burgerzin en onzin, Europa, Het politiek theater, Media, wokisme | 10 reacties

De Saksen-Coburgs: koningshuis op overschot

En toch vaster op de troon dan ooit

Nu alles in gereedheid is gebracht voor de kroning van Charles, wordt zijdelings weer de vraag gesteld wat vandaag de zin is van deze peperdure vertoning, en, algemener, van het instituut monarchie. Uit alle peilingen blijkt dat het draagvlak afkalft en de voorkeur voor een verkozen staatshoofd toeneemt. Maar de politiek zelf zal zo lang mogelijk aan het instituut vasthouden, omdat het stabiliserend zou werken en echte revoltes zou afremmen: men kan nog altijd een brief naar de koning schrijven.

De slecht werkende democratie verstopt zich op die manier achter een koningstroon. In België is dat niet anders. We duiken even de vaderlandse geschiedenis in.

In 1830 beslisten de grondleggers van de ‘moderne’ staat België dat het een koninkrijk moest worden, om de privileges van de elites veilig te stellen (met o.a. het cijnskiesstelsel), maar evenzeer om de koning als een soort opperste scheidsrechter aan te duiden in tijden van chaos die de samenhang van de natie zouden bedreigen. Dat gevaar was inherent aan de hybride structuur van België, als compromis-staat tussen liberalen en katholieken, met een tweetalig/bicultureel karakter dat op dat moment nog niet erkend werd.

Grootstaatse aspiraties

Leopold I weigerde de Griekse troon en kwam ‘en stoemelings’ op het Belgische kringloopmeubel terecht 

Zodoende werd de familie van Saksen-Coburg en Gotha dankzij wat internationale druk op de Belgische troon geparachuteerd. Oeroude Duitse hoogadel, overgeplant in een dwergstaat die enkel bestond bij gratie van de grootmachten. Het is alsof je een olifant in een konijnenhok wurmt. Sindsdien hebben de Coburgs nooit iets anders gedaan dan zich proberen te schikken naar de dimensies van dat konijnenhok, met een politieke klasse die vooral in de weg liep, tot frustratie vooral van onze notoire handjeshakker Leopold II die zijn grootstaatse aspiraties in het verre Congo probeerde te realiseren.

Het gedrag van alle leden, prinsen en prinsessen, varieert van een zich schikken in die operettestatus, tot de gekoesterde missie om België daadwerkelijk te behoeden voor het uiteenvallen.

De hooghartigheid van de Coburgs, hun harkerige wereldvreemdheid, soms vermengd met religieuze waandenkbeelden (Boudewijn en de zgn. charismatische beweging), gaat terug op die disproportie. Het vreemdgaan, de spalt tussen officieel fatsoen en de buitenechtelijke jagerij (behalve het kwezelkoppel Boudewijn en Fabiola), het zijn bijkomende tekenen van een dynastie die slecht in haar vel zit en droomt van een écht koninkrijk met een echte monarch van een écht land. Wat elke dag wat meer een anachronisme wordt.

Het gedrag van alle leden, prinsen en prinsessen, varieert van een zich schikken in die operettestatus, tot de gekoesterde missie om België daadwerkelijk te behoeden voor het uiteenvallen. Waarbij ook ‘slechte’ telgen, koekoeksjongen of bastaarden (Delphine) of gewoon minderwaardig broedsel (Laurent) door het beeld lopen en hun deel van de koek opeisen. De monarchie is ernst én vermaak, colloque singulier én voer voor de boekskens, met beroepsroddelaars als Mario Danneels en Jan van den Berghe in de coulissen.

Poppentheater

Volgens een complottheorie zouden Filip en zijn gezin niet echt bestaan, en als 3D-animatie worden opgevoerd, met medeweten van de media 

De VRT-serie Laurent: prins op overschot is in dat opzicht topklasse, die de middelmaat van ‘Het Verhaal van Vlaanderen’ snel doet vergeten. Niet het format op zich,- dat is niets bijzonders (een chronologisch relaas, wat tijdsduiding met markante gebeurtenissen, een handvol experten die opdraven),- maar gewoon het verhaal op zich met de protagonisten, meer moet dat  niet zijn.

Hoofdrolspelers zijn de koningin-moeder Paola, van Zuiderse komaf maar een absoluut ijskonijn, die haar jongste zoon Laurent als een misgeboorte zag, hem heel af en toe aan haar kille boezem drukte, wat de afgeplatte neus van de prins kan verklaren. Daarnaast Albert II, de koning die via een aantal onopgemerkte kersttoespraken evolueerde van vreemdpoeper tot semi-demente monarch die het vaderschap van zijn buitenechtelijke dochter Delphine Boël bleef ontkennen. Of was hij het gewoon vergeten?

Heel dat Belgisch koningshuis oogt als een onwaarschijnlijk poppentheater met onderkoelde haat/liefde-gistprocessen, veel toneel zonder woorden, verstarde zelfbeelden, en af en toe groteske emoties.

En dan is er natuurlijk de getormenteerde loebas Laurent zelf, het zwart schaap van de familie die deze rol ook met verve speelt. Met de nodige dosis zelfbeklag laat hij -tegenover de Vlaamse pers in gebroebeld Nederlands- een spoor na van existentiële walg en frustratie om… ja, om wat? Omdat hij zich gevangen voelt in de nulliteit van zijn status, het protocol niet wil respecteren, maar toch de aan die status verbonden jaarlijkse dotatie van 345.000 euro plus kosten niet afslaat.

Om maar te zeggen: heel dat Belgisch koningshuis oogt als een onwaarschijnlijk poppentheater met onderkoelde haat/liefde-gistprocessen, veel toneel zonder woorden, verstarde zelfbeelden, en af en toe groteske emoties. Hoogtepunt van de voorbije aflevering was de huwelijksmis van Laurent met Claire Coombs, ingezegend door de oude hippiepastoor Père Gilbert (die ook de trouw van zanger Stromae beklonk).

Het moment waarop Gilbert in zijn preek begon over ‘een witte sjaal aan een appelboom’, verwijzend naar de moeilijke relatie tussen Laurent en zijn ouders, begon heel de kerk te snotteren en ontdooide zelfs ijspegel Paola, terwijl haar gemaal in tranen uitbarstte. Laurent hield het evenmin droog, Claire staarde wezenloos naar de arduinen vloer van de Sint-Goedelekathedraal, en leek te denken: ‘zit ik met deze troep pathetische narren voor de rest van mijn leven opgescheept?’

Kinderlijk verlangen

Père Gilbert, priester en emo-regisseur op de huwelijksmis van Laurent en Claire

In de voorbije aflevering ging het over de wilde jaren van Laurent en zijn relatie met de jolige snol Wendy van Wanten alias Iris Vandenkerckhove, voor het hof absoluut not done en dus al lang weer verleden tijd. Niettemin kregen ze een kindje, Clement (genoemd naar de Villa Clementine, het stulpje aan de bosrand in Tervuren dat Laurent cadeau kreeg van mama en papa). Ook deze liefdesvrucht zal mogelijk processen inspannen om van Saksen-Coburg genoemd te mogen worden, we houden het voor u in de gaten.

Zelf is de nu serieus geworden Laurent naar het schijnt over de VRT-serie niet te spreken, en raadt hij iedereen af om ernaar te kijken. Helemaal ten onrechte. Het zal zijn populariteit in Vlaanderen ten goede komen. De melancholisch-leutige brokkenprins is namelijk de spiegel van de underdog die elke Vlaming in zich bespeurt.

Ondertussen maakt het koninkrijk België zich op voor zijn tweehonderdste verjaardag, en dat brengt ons bij the real thing, ons vorstenpaar, zijnde Laurents oudste broer Filip en Mathilde d’Udekem d’Acoz. Alhoewel. De hardnekkige complottheorie, als zou Filip met zijn gezin niet bestaan, en als 3D-animatie worden opgevoerd met medeweten van de media, is op zich niet zo absurd. Het zou het bijna robotachtige voorkomen van Filip verklaren, evenals de stereotiepe Barbie-look van Mathilde, met modelkinderen die al evenmin van vlees en bloed lijken.

Het kinderlijk verlangen van het klootjesvolk naar een sprookjesvorst die boven de rotte compromissen en de corruptie staat, is terug van nooit weg geweest.

Maar of dat nu waar is of niet, doet er zelfs weinig toe. Punt is dat iedereen er in België over eens lijkt dat we zelfs beter een imaginaire koning hebben dan geen, en dat de monarchie de ultieme reddingsboei is in een zwalpende natie waar parlementen echte zelfbedieningszaken blijken. Het kinderlijk verlangen van het klootjesvolk naar een sprookjesvorst die boven de rotte compromissen en de corruptie staat, is terug van nooit weg geweest. Voor de ‘republikeinse’ N-VA mogen Filip en zijn opvolgers dan ook blijven, hebben we al begrepen, als kers op de confederale taart. Zelfs het Vlaams Belang blijkt tal van kiezers te herbergen die de monarchie gunstig gezind zijn. Dat weten Van Grieken en C° natuurlijk ook, dus blijven migratie en islam de uitverkoren nagels om op te kloppen.

Met Laurent als trieste clown en het vorstelijk gezin als schouwgarnituur kan België het nog wel een tijdje uitzingen. En hoe bonter de politieke klasse het maakt, des te sterker dit koningshuis-op-overschot zich handhaaft en zijn aftocht naar de magazijnen van de geschiedenis uitstelt. Zeker met het groeiende antipolitieke ressentiment, beseft de Wetstraat perfect dat zo’n monarch het verschil zou kunnen maken. Leopold I wist het al van dag één dat hij op die troon zat: democratie is iets voor kleinburgers.

Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee. 

Geplaatst in Burgerzin en onzin, Het politiek theater, Kakistocratie, Res publica | 8 reacties

Rave-party’s: ‘krapuul’ of… de middenvinger naar het systeem?

Ze zijn weg, men beschouwde ze als een lastige zwerm insecten die was neergestreken, en die men om ecologische redenen niet meer zoals vroeger kan platspuiten met een straf product. Dus was het wachten tot de zwerm vertrok zoals ze gekomen was.

Uiteindelijk kwamen het afgelopen weekend zo’n 11.000 bezoekers opdagen voor de rave party aan de verlaten vliegtuigloodsen van Brustem/Sint-Truiden. Een feestje dat al bij al nog beschaafd verliep, afgezien van de geluidsoverlast, wat vertrappelde bietenplanten en het bericht over verschrikte eikelmuizen. De locatie was met opvallende zorg gekozen: een verlaten legerdomein op het platteland, uiteraard tot op het laatste moment geheim gehouden want zo werkt dat rave-principe: onverhoeds neerstrijken, veel lol tappen met de nodige decibels, en terug weg wezen.

Histoire d’O

Favoriete locaties waren o.m. verlaten fabrieken en ruïnes (Jan Kuypers en Johan Sanctorum, Gent 1985)

Voor we kankeren op die ongevraagde volkstoeloop in de fruitstreek, loont het misschien de moeite om wat context te geven aan het rave-gebeuren. Het fenomeen is ontstaan in wat men vandaag de donkere jaren ’80 noemt: een tijd van recessie na de tweede oliecrisis, galopperende inflatie, hoge werkloosheid, een steigerende staatsschuld. De overheden reageerden laks op de crisis, de politieke klasse waste de handen in onschuld, de burger mocht de rekening betalen.

Jongeren, ook afgestudeerden zoals ondergetekende, keken aan tegen een systeem dat alleen zijn eigen overleven leek te ambiëren, met ervaren gidsen in donkere tunnels. De punkbeweging keerde zich af van dat systeem onder het motto ‘No future!’, in Vlaanderen beleeft het Vlaams Blok langzaam maar zeker zijn opgang. Tussendoor hield de -nooit gevonden- Bende van Nijvel dodelijke warenhuishappenings en zijn er de aanslagen van de (wel opgerolde) Cellules Communistes Combattantes. Om maar te zeggen: een boeiende maar gitzwarte tijd.

Omdat we jong waren, we vonden het plezant, het testosteron brandde gaatjes in onze afgedragen frakken, en vooral: er was een enorme afkeer van ‘het systeem’ dat ons illiberaal, hypocriet en corrupt overkwam…

Midden die prehistorie van de jaren ’80 richtte ik een semi-undergroundtijdschrift op, getiteld “O” (wat men kon lezen als een zero, een WC-bril, of een verwijzing naar de erotisch-libertaire cultroman Histoire d’O), dat driemaandelijks uitkwam. We kopieerden het op machines van o.m. de VUB, zonder te vragen uiteraard, er was totaal geen geld, aan subsidies dachten we zelfs niet. Elke verschijning was goed voor een feestje en ging gepaard met een thematische happening, jawel, op een locatie waar geen toestemming voor werd gevraagd, zoals de verlaten elektriciteitscentrale van Langerbrugge of de mijnterrils van Beringen. Soms werden we weggejaagd, één keer eens opgepakt, meestal waren we weer weg voor iemand er erg in had.

Waarom we dat deden? Omdat we jong waren, we vonden het plezant, het testosteron brandde gaatjes in onze afgedragen frakken, en vooral: er was een enorme afkeer van ‘het systeem’ dat ons illiberaal, hypocriet en corrupt overkwam. We wilden analyseren, begrijpen, schrijven, demonstreren, met sarcastische satire afstand nemen. De academische onvrijheid (toen al) was een extra motivatie om in de marge te opereren. 1985 dus. Ergens was ook ene Johan Anthierens met een kamikazeproject bezig. “O” hield het twaalf nummers vol, daarna ging iedereen zijn weg. Van de vier handlangers nooit nog iemand terug gezien, maar goed ook.

Generatie Z

‘La boum’, Brussel, Terkamerenbos, mei 2021 (VRT/Belga)

Ik haal die persoonlijke bio aan, omdat ik iets van die radicaliteit in het huidige rave-gebeuren terugvindt: gegroeid vanuit de punkcultuur van dezelfde jaren ’80, als clandestiene pop-up feestjes met de nodige decibelelektronica.

Een constante was en is de anarchistische ingesteldheid, de afkeer van elke gladde commercialisering eigen aan de modale festivals à la Tomorrowland, én dus ook de radicale weigering om zich te integreren in het socio-culturele circus. De inkom is gratis, er staan geen drank- of worstenkraampjes, geen dj-sterren, het budget is nul. De communicatie over het evenement verloopt gecodeerd, via besloten chatgroepen, waardoor de plotse verschijning in het landschap iets heeft van een guerillatactiek. Uiteraard spelen drugs een rol in de roesbeleving. Maar dat is bij ons op een beetje geslaagd communiefeest ook, met de onvermijdelijke zatte nonkels.

Vanuit de draconische lockdowns groeide bij jongeren de behoefte om het samenscholingsverbod te negeren met de bijbehorende ambiance, soms vrolijk, soms grimmig.

Na 2000 werd de rave party (Engels voor ‘wild feestje’, afkomstig van raven, raaf) een traditie die zich steeds heruitvond naargelang de context. De anti-establishment-onderstroom die de beweging altijd gekenmerkt heeft, kreeg vanaf covid een politiek of beter een anti-politiek karakter, tegen de overheid en de controlestaat. Vanuit de draconische lockdowns groeide bij jongeren de behoefte om het samenscholingsverbod te negeren met de bijbehorende ambiance, soms vrolijk, soms grimmig. De raves zijn dé emanatie van een tegendraadse jongerencultuur die zich niet laat recupereren via georganiseerde ‘warme’ festivals.

Niet te verwonderen dat ze maar op weinig begrip of sympathie kunnen rekenen in de ‘normale’ wereld en bij oudere generaties. Ten onrechte. Wij, boomers, schrijven ons nonconformisme uit, de zogenaamde generatie Z (de tieners en twintigers van vandaag) toont haar afkeer van het systeem en de politieke correctheid op een andere manier. Een systeem met camera’s op elke hoek van de straat, en media die beslissen wanneer u uw gras mag maaien. Wie de politieke dimensie van de Brustem-happening niet ziet, mist een groot stuk van het verhaal. Ook al hangt er niet één spandoek of worden er geen flyers uitgedeeld. Net dat.

Raves versus wokes

Burgemeester Ingrid Kempeneers (CD&V): een attractie binnen de attractie (VRT NWS)

De pudeur van BiZa-minister Verlinden (die haar laarsjes nooit vuil maakt, ook niet aan het water van de Vesder), burgemeester Ingrid Kempeneers van Sint-Truiden (bekend van zijn deugdelijk bestuur), en de Limburgse gouverneur Lantmeeters (wie?) om in deze ‘grootste crisis ooit’ (sic) op te treden, heeft te maken met de schrik om het tot een veldslag te laten komen. Zo werd het gecommuniceerd. Maar daaronder ligt de perplexiteit van de politieke klasse tegenover een fenomeen waar ze totaal geen weg mee weet: een groeiende groep jongeren waarop alle blabla rond ‘inclusiviteit’ afketst, en waarvan niemand weet of ze zouden gaan stemmen, laat staan voor wie.

Net dat geen enkele politieke partij -noch links noch rechts- dit foertgebaar van de jonge generatie weet te duiden, bewijst dat het systeem compleet op is.

Ondertussen Ingrid Kempeneers bezig zien en horen, daar word je toch zelf rave van. Laat ik maar eerlijk zijn: als ik 20 was stond ik daar misschien ook in Brustem, los van het feit dat mijn muzikale smaak enigszins afwijkt van het aanbod aldaar. We moeten toch niet allemaal met onze buik aan de toog hangen en foeteren op ‘de politiekers’, of heldhaftig vanachter de PC tweets afvuren richting Marc Van Ranzig? Net dat geen enkele politieke partij -noch links noch rechts- dit foertgebaar van de jonge generatie weet te duiden, bewijst dat het systeem compleet op is.

Vanuit die optiek zou de radicale rechterzijde best wat meer begrip mogen opbrengen voor de raves en hun nonconformisme. Er zit meer rebels pit in dit verhaal, dan bijvoorbeeld in de Schild & Vrienden-gymnastiek, mijn gedacht. Voor de rest verwijs ik naar mijn vorige column over de oorlog van de overheid tegen haar onderdanen, en het belang van outlaws, mensen die zich niét aanpassen en zich in de periferie ophouden. Spreek niet te snel over ‘krapuul’, want de autonomistische raves zouden wel eens de tegenpool kunnen worden van de bemoeizuchtige wokes, en op die manier dus een bondgenoot. Zwarte raven dus, we hebben er een geuzentitel bij.

Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee. 

Geplaatst in Burgerzin en onzin, Kakistocratie, Kunst en anti-kunst, Politiek incorrect | 22 reacties

De overheid in oorlog met haar onderdanen: een oeroud verhaal

Het ontdekte massagraf uit het neolithicum (Herxheim/Duitsland)

Tussen de 12000 en 5000 jaar geleden, na de laatste ijstijd, voltrok er zich een revolutie in de menselijke geschiedenis die op elk vlak enorme gevolgen zou hebben, economisch, cultureel en politiek: de overgang van het nomadisch bestaan van de jagers-verzamelaars naar de sedentaire landbouw. Dat heeft ons werktuigen, cultuur, het schrift en een georganiseerde overheid opgeleverd. Dat die transitie allesbehalve vreedzaam verliep, hebben opgravingen aangetoond in het Zuid-Duitse Herxheim.

Archeologe Andrea Zeeb-Lanz ontdekte er een massagraf vol overblijfselen van wat een wreedaardige slachtpartij moet zijn geweest. Een duizendtal mannen, vrouwen en kinderen die, zo bleek uit grondige analyse, ritueel werden afgemaakt en waarvan de botten nadien nog eens werden verbrijzeld, alsof ze niets menselijks meer mochten hebben. Voor meer details, zie het wetenschappelijk artikel.

De verbazing van de archeologen werd nog groter, toen uit isotopen-analyse bleek dat de slachtoffers uit hoger gelegen gebieden afkomstig waren, maar tegelijk ook genetisch zeer verwant waren met de populatie die de slachting had georganiseerd. Wat heeft zich hier afgespeeld?

Genocide

Andrea Zeeb-Lanz: een prehistorische slachtpartij die vroeg om een nauwgezette reconstructie 

Dankzij het aanwezige aardewerk kon de vondst gedateerd worden op ca 5000 voor Christus, het steentijdperk waar in Europa de eerste landbouwgemeenschappen ontstonden. Via chemische en DNA-analyses vielen een aantal puzzelstukken op hun plaats: dit massagraf moet het resultaat geweest zijn van een klopjacht van de ‘nieuwe’ boeren op clans van jagers-verzamelaars die zich in hoger gelegen gebieden ophielden. De wreedheid van de executie doet vermoeden dat de landbouwgemeenschappen een rekening te vereffenen hadden: het lijkt erop dat de afgemaakte jagers-verzamelaars gevluchte dissidenten waren die niet konden aarden in de nieuwe samenlevingsvorm waar controle en repressie de hoeksteen van vormden. 

Effectief, met het ontstaan van de landbouwcultuur komen we in sterk georganiseerde samenlevingen terecht, met strikte taakverdelingen, het ontstaan van een elite, -de eerste ‘politici’-, regels en reglementen, en het daaraan verbonden geweldmonopolie. Het is uit deze entiteiten dat de stad, de stadstaat en de staat zouden ontstaan, zoals wij die vandaag kennen.

Het lijkt erop dat de afgemaakte jagers-verzamelaars dissidenten waren die niet konden aarden in de nieuwe samenlevingsvorm waar controle en repressie de hoeksteen van vormden.

Vergeet dus de vreedzame boeren-pottenbakkers: er moet zich daar een genocide afgespeeld hebben, een bewuste en weloverwogen uitroeiingscampagne. Opmerkelijk: de slachtpartij van Herxheim kaderde in een grootse Jamboree van verschillende nederzettingen, die alle hun ‘wilden’ hadden meegebracht om ze te offeren. Alsof ze samen iets te vieren hadden. En een prima verbindingsritueel ook.

‘Vijanden van de staat’

Yannick Verdyck (1986-2022), in zijn woning afgemaakt tijdens een nachtelijke politie-inval

Vooral de wreedheid waarmee de vrijbuiters in massa-executies aan hun einde kwamen, doet vermoeden dat de nieuwe agrarische regimes alle sporen van hun (nomadisch) verleden wilden uitwissen en geen parallelle samenlevingen duldden. Toen al moest de geschiedenis herschreven worden en dienden complete groepen geliquideerd die niet conform de doctrine waren. Een tabula rasa-principe dat doet denken aan de latere middeleeuwse vervolging van de Katharen, de ‘culturele revolutie’ in het Mao-China, of de beruchte Rode Khmers in Cambodja.

In het nieuwe mission statement van de Belgische Staatsveiligheid neemt de term ‘staatsvijand’ een centrale plaats in, en dan blijkt het niét om moslimextremisten te gaan, maar om lieden die bijvoorbeeld kritisch staan tegenover de mainstream media.

Ook vandaag heeft elk regime, democratisch of totalitair, een zwarte lijst van staatsvijanden. De genocide is de spectaculaire uitzondering, het opvolgen en vervolgen van systeemkritische individuen is de regel, denk maar aan Aleksej Navalny in Rusland. Deze individuen staan volgens de doctrine van het regime per definitie aan de foute kant van de geschiedenis, en dienen dus als anomalie uitgeroeid te worden. In het nieuwe mission statement van de Belgische Staatsveiligheid neemt de term ‘staatsvijand’ een centrale plaats in, en dan blijkt het niét om moslimextremisten te gaan, maar om lieden die bijvoorbeeld kritisch staan tegenover de mainstream media.

Dat is voor een democratie, met een grondwet die zogezegd de rechten van de burger vrijwaart, opmerkelijk. We weten al van de covidperiode hoe snel er met die rechten komaf kan gemaakt worden. Vorig jaar werd een zekere Yannick Verdyck -ja, ik zal blijven op die nagel knoppen- omwille van zijn libertarische en systeemkritische ideeën tijdens een nachtelijke razzia van speciale politie-eenheden neergekogeld. Dat media zoals De Standaard zich hierover geen vragen stelden, maar integendeel meegingen in de hetze, terwijl het Comité P tot op heden niet eens met een rapport is naar buiten gekomen, geeft een idee van de omvang van deze heksenjacht.  Of herinneren we ons de groteske middelen -een internationale NATO-interventie!- waarmee de klopjacht op beroepsmilitair Jürgen Conings, ook al een ‘vijand van de staat’, werd ingezet.

Micro-oorlog

Karel de Grote (747-814) roeide complete Saksische stammen uit en werd de patroonheilige van de EU

De reconstructie van de Herxheim-slachting is antropologisch van groot belang, want ze toont aan dat de staat in zijn oervorm al in oorlog was met zijn onderdanen, en dat politieke macht vooral dient om het systeem overeind te houden, koste wat kost. In tweede orde waakt de elite nauwgezet over haar privileges.

Deze micro-oorlog zal in de toekomst misschien zelfs fundamenteler worden dan de klassieke territoriumoorlog tegen een externe vijand, al levert dat altijd een geschikt propagandamiddel op voor de machthebbers van dienst. In essentie is het volk de vijand, en kan het systeem zelfs zijn toevlucht nemen tot ontvolking of omvolking als dat nodig is. Beschaving is een dun laagje vernis.

Daarvoor dienen al de diversiteits- en inclusieprogramma’s: niet om ons vrij te maken, maar, integendeel, om ons in een keurslijf te dwingen van ‘verbindende’ rituelen die de vrijheid van gedachte en opinie net moeten afremmen.

Heel het complex van politiek correcte dogma’s en taboes is gericht op controle en surveillance, met de mogelijkheid om individuen te ‘cancelen’ als die te ver van de mainstream afdrijven. Remediëringstrajecten kunnen ook helpen, maar voorkomen is beter dan genezen. Daarvoor dienen al de diversiteits- en inclusieprogramma’s: niet om ons vrij te maken, maar, integendeel, om ons in een keurslijf te dwingen van ‘verbindende’ rituelen die de vrijheid van gedachte en opinie net moeten fnuiken.

Tot slot wil ik nog eens wijzen op het georganiseerde én grootschalige karakter van de Herxheim-slachting, en het feit dat het een samenwerkingsverband betrof tussen een aantal nederzettingen, over een vrij groot gebied verspreid. Het absolute embryo van de Europese samenwerking? Ook Karel De Grote, dé patroonheilige van de EU, deinsde er niet voor terug om zijn éénmakingproject te realiseren via uitroeiingscampagnes onder bijvoorbeeld de Saksen, die op hun autonomie gesteld waren en het unitarisme van Carolus Magnus maar niks vonden. Ook zij kregen van de geschiedenis ongelijk.

Zo hebben we een brede boog gespannen van zeven millennia tussen een prehistorisch massagraf en de huidige politieke context. Het DNA van dat massagraf leeft voort in legendes van nomadische rebellen zoals Reinaert en Tijl Uilenspiegel. Loslopend wild dat de macht op spottende wijze uitdaagt. Laten we ze koesteren, niet alleen als verhalen maar ook als inspiratiebronnen en tegengif voor de oprukkende verwoking.

Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee.

Geplaatst in Burgerzin en onzin, Cultuur, Europa, Het politiek theater, Politiek incorrect | 8 reacties

Stop het klimaatalarmisme – Tijd voor positief denken!

Italië, Gardameer, april 2023

Het is kurkdroog in het Zuiden van Europa. Al maanden heeft het niet geregend. Het Gardameer is een snel uitdrogende plas geworden, waterkrachtcentrales vallen stil. In Zuid-Frankrijk en Spanje stevent de landbouw af op een catastrofe, er komen nu al temperaturen van 40 graden en meer aan. Bossen al stevig in de fik.  In de klassieke toeristencentra druppelt er nauwelijks water uit de kraan, en we zijn nog maar april.

Dat dit fenomeen verband houdt met de klimaatopwarming, en dat deze veroorzaakt wordt door de CO2-uitstoot en het fameuze broeikaseffect: alleen mensen die geloven in de platheid van de aarde ontkennen dat nog. Toch moeten we ook de positieve kanten van dit verhaal durven belichten, speciaal voor ons in Vlaanderen. Het wordt hoog tijd dat eens wat wetenschappers dat in de verf zetten. Ik noem drie voordelen van de klimaatopwarming, meer goed nieuws is nog op komst.

Chateau en peren

Nu nog een wat zurige afdronk, maar wacht…

U hebt het waarschijnlijk ook op tv gezien: wijnbouwers in het Hageland die opwarmende kabels spannen tussen de stokken tegen de nachtvorst. Sinds enige tijd worden er in Vlaanderen inderdaad wijndruiven geteeld die elk jaar tot aan de IJsheiligen stress bezorgen bij de kwekers. Bovendien smaakt deze wijn nog altijd veel te scherp wegens te weinig zon. De klimaatverandering zal dit ten gunste beïnvloeden. Terwijl in de Bordeaux-streek de druiven zullen verpieteren tot rozijntjes, wordt Vlaanderen dé wijnregio van Europa.

Dat voordeel geldt overigens voor heel de fruitteelt. Nu al is de perenoogst in de Noord-Italiaanse regio Emilia-Romagna, die tot een paar jaar geleden goed was voor 30% van de Europese perenproductie, een ramp, en wrijven ze zich in de handen in Sint-Truiden en omstreken. Het Italiaanse fiasco zorgt ook voor een goede prijszetting, geen gevaar voor dumpen van te goedkoop fruit.

Vlaamse varkenskwekers gaan massaal overschakelen naar wijn- en fruitteelt, olijven, en meer van dat lekkers, terwijl de Toscaanse wijn- en olijfgaarden van Verhofstadt, De Gucht en C° op de duur alleen nog goed zullen zijn voor zandwinning.

Noteer dat deze transitie ook het stikstofprobleem geruisloos zal oplossen. Vlaamse varkenskwekers gaan massaal overschakelen naar wijn- en fruitteelt, olijven, en meer van dat lekkers, terwijl de Toscaanse wijn- en olijfgaarden van Verhofstadt, De Gucht en C° op de duur alleen nog goed zullen zijn voor zandwinning. De klimaatverandering zal onze gewesten opwaarderen van vuile PFOS-belt tot een regio die Zuid-Frankrijk en Italië van de toeristische tabellen zal vegen. Wie kan daar nu tegen zijn?

Vlaanderen, allen daar heen

Middelkerke, toekomstig  onderwatercasino

Dat brengt ons naadloos op een bijkomend voordeel: iedereen zal hier willen zijn, Vlaanderen wordt dé place-to-be van deze planeet. Dat is nu al zo, zeker voor die paupers uit het nog sneller uitdrogende Afrika, maar bij hen voegen zich nu ook de zonnekloppers met harde cash. Toeristen moet men overigens technisch beschouwen als gelegenheidsmigranten die dezelfde meerwaarde zoeken als zij die op gammele bootjes hier proberen te geraken. Het vervoermiddel varieert, de appetijt is dezelfde. Beiden komen overigens in hotels terecht.

Het Zuiden heeft niets meer te bieden, wij kunnen gewoon in eigen land op vakantie: alle Benidorm bastards kunnen rustig de stranddorpjes aan de Noordzee onveilig maken. Bekijk Venetië en bekijk Brugge. In Venetië staan de kanalen zo goed als droog, de gondels rijden nu op piepende wieltjes en verjagen de toeristen. Brugge, ooit smalend het Venetië van het Noorden genoemd, wordt de nieuwe frivole waterstad, en mag nu ook de wijncultuur in de etalage zetten naast de chocolade en de wafels.

Het Zuiden heeft niets meer te bieden, wij kunnen gewoon in eigen land op vakantie: alle Benidorm bastards kunnen rustig de stranddorpjes aan de Noordzee onveilig maken.  

Ook Jean-Marie Dedecker mag zich verheugen in de klimaatwending. Het gloednieuwe casino van Middelkerke wordt meteen het eerste onderwatercasino, want door het afsmelten van de poolkappen zal de strandlijn tussen Brugge en Diksmuide lopen. Laatstgenoemde plek biedt dan vanop de IJzertoren ruim uitzicht op de Noordzee, en kan nu helemaal zijn Belgicistische troefkaart uitspelen, daar het historische Graafschap Vlaanderen grotendeels zeebodem is geworden. Diksmuide wordt het Saint-Tropez aan de Noordzee, en de tricolore vlag het symbool van een warme samenleving met veel horeca en viertalige menu’s. De Vlaamse zonnewende maakt ons eindelijk tot wereldburgers.

Iedereen even bruin

Geen Zwartepietendiscussie meer: bij intense UV-bestraling is iedereen sowieso ‘van kleur’.

En dan had ik het nog niet over het grootste voordeel van de klimaatopwarming in onze contreien: de gezamenlijke diepbruine tint die ons verbindt.  Het zal u al opgevallen zijn dat we hier herhaaldelijk Brugge hebben vernoemd, en dat is niet toevallig. Het is de stad die Dalilla Hermans tot chocoladekoningin promoveerde, wat bij de racistische Vlaming tot rare oprispingen leidde. Welnu, ook die smet op ons blazoen behoort tot de verleden tijd.

De tegenstelling tussen ‘wit’ en gekleurd zal immers verdwijnen door de gigantische hoeveelheid zon die jaarlijks de lichamen beschijnt. Iedereen wordt precies even bruin, het wokeverhaal is daarmee uit.  De universele Dalilla-look laat alle geleuter over racisme uitdoven én maakt de Zwartepietendiscussie zonder voorwerp, dankzij een jarenlange intense UV-bestraling over gans de populatie.

De universele Dalilla-look laat alle geleuter over racisme uitdoven, dankzij een jarenlange intense UV-bestraling over de ganse populatie.

Ziezo, er is geen enkele reden om aan paniekzaaierij rond dat klimaat te doen. We hebben niet minder maar méér opwarming nodig. De voorwaarde is dan wel dat er voldoende CO2-uitstoot wordt gegarandeerd zodat het wat kan vooruitgaan met dat broeikaseffect. Daartoe zal de minister van economie het gebruik van fossiele brandstoffen aanmoedigen en de aankoop van benzinewagens en diesels subsidiëren. Elektrische wagens vormen anderzijds een hinder-paal tot de Vlaamse zonnewende en dienen ontmoedigd. Deze koolstofneutrale ontkenners komen de stad niet meer in, daar ze de opwarming afremmen en alle hierboven opgesomde voordelen dreigen te niet te doen.

Spijtig voor dat Gardameer, maar het ligt er al lang genoeg, iedereen is erop uitgekeken. De planeet en de toeristische industrie zijn toe aan nieuwe trekpleisters, en die gaan we activeren met voldoende uitstoot. Een heildronk met Hagelandse champagne en een West-Vlaams olijfje moge de kracht van het positief denken, weerspiegeld in deze column, bezegelen.

Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee.

Geplaatst in Politiek incorrect, Sterke Vlaamse verhalen, Vrolijke wetenschap | 19 reacties

‘Telkens zeg ik de Google-Assistant dat ik niets nodig heb, en elke dag staat hij daar terug’

De dialectiek van meester en knecht, nu ook in app-vorm beschikbaar

Iemand voor u laten werken: het is een oer-ambitie van elk menselijk wezen, die zelfs los staat van elk politiek systeem. Rangordes bestaan uiteraard al in de dierlijke roedel, en naar het schijnt houden zelfs mieren er slaven op na, maar de echte verknechting begon toen de mens zich vestigde en aan landbouw begon te doen, een goeie 10.000 jaar geleden. Het grondbezit vergde onderaannemers en werkvolk, tot en met de slavernij. De stad en uiteindelijk de staat zijn voortgekomen uit deze hiërarchische landbouwgemeenschappen met bijbehorend repressie-apparaat.

De tijden zijn veranderd, de hiërarchieën gebleven. Iemand moet het vuile werk opknappen. Vandaag heten de ondergeschikten human resources, wat toch al weer wijst op dezelfde objectivering. Het is domineren of gedomineerd worden. Mishandeling en vernedering van ondergeschikten probeert men te bannen, maar ook die excessen lijken een constante, zie de zaken rond ‘grensoverschrijdend gedrag’, pesten op het werk, directeurs die hun ondergeschikten terroriseren, etcetera.

Theater en bordeel

U wil niet weten wat die ober in uw soep doet als u hem slecht behandelt (Manuel in ‘Fawlty Towers’)

Om den brode naar de pijpen dansen van de baas, het is de frustratie van 90% van de actieve bevolking. Gelukkig brengt de vrije markt soelaas en kan iedereen op tijd en stond wel eens meestertje spelen, dat lucht op. De manier waarop de Franse restaurantkeuken is ontstaan, typeert deze behoefte: na de Franse Revolutie had elke citoyen maar één droom, namelijk ook eens kunnen tafelen met personeel rond hem, zoals de aristocraten voorheen. Als alle heren de guillotine gepasseerd zijn, willen de knechten hen na-apen, zo werkt dat. De kelner is een substituut-lakei die je met een vingerknip kan roepen (‘Garçon!’) waarmee je eens kan lachen (niet teveel, ongemerkt spuwen in de soep blijft een dreiging), en die nadien bedelt om een fooi, die je wel of niet kan geven.

Het is een heilzaam neveneffect van de verlichting en ook nog goed voor de horeca: kleinburgers die in het normale leven vooral moeten gehoorzamen, en een restaurant bezoeken om een paar uur ook eens voor heer te spelen.

Vermoedelijk draait ‘eens gaan eten’ minstens evenveel om dit meester-knecht-spelletje als om het eten zelf. Het is een heilzaam neveneffect van de verlichting en ook nog goed voor de horeca: kleinburgers die in het normale leven vooral moeten gehoorzamen, en een restaurant bezoeken om een paar uur ook eens voor heer te spelen, ten koste van een gelegenheidsknecht. Het restaurant is theater én bordeel. Voor de rest moeten we het stellen met een poetsvrouw -de tweeverdieners dan toch- en het zorgpersoneel, als we oud of ziekjes zijn. In het ziekenhuis komt de verpleegster uw eten brengen, uw kussen schikken en u zelfs wassen, maar ze gedraagt zich duidelijk als ziekenhuis-werkneemster en niét als uw bediende, dus pas daarmee op.

De meest elegante, verfijnde vorm van ondergeschikte die men in huis kan hebben, is de Engelse variant, genaamd butler. Iemand die geboren lijkt om te dienen, altijd met twee woorden spreekt, meestal James heet, en u kan zeggen welk weer het morgen zal zijn maar ook moeiteloos Sartre kan citeren indien gewenst. Noteer dat het woord ‘butler’ ook weer van Franse oorsprong is, en komt van het woord boteillier, wijnschenker ofte keldermeester. In vino veritas.

Slimme huizen, domme eigenaars

G.W.F Hegel (1770-1831), bedenker van de meester-knecht-dialectiek

Genoeg geschiedenis. Men kan vandaag voor butler studeren, en er bestaan bedrijven die butlers verhuren, voor communiefeesten, om indruk te maken bij het eerste bezoek van een aanminnige, maar ook voor langere tijd als u zich dat kunt permitteren. Voor de middenklasse is het automatisch huispersoneel uitgevonden, zijnde de domotica. Klapklap, en er galmen zoetgevooisde klanken uit de muziekboxen, en nog wel uw favorieten. Het is begonnen met een banale poort-met-afstandsbediening, maar geleidelijk aan werd de heer des huizes helemaal ingebed in een ambiënte bubbel vol elektronische snufjes die de indruk geven van acht man huispersoneel te bezitten.

De infantilisering leidt ertoe dat u werkelijk niet meer in staat bent om die radio -mét zelfgenererende playlist- manueel te bedienen. U weet niks, u kunt niks, zelfs de handleiding is Chinees. Vanaf dan is het al te laat.

De indruk. Want uiteraard houdt dat comfort een valstrik in: de houses worden smart houses, slimme huizen, met een geheugen, dus wordt u ook evenredig dommer en vergeetachtiger, u gedraagt zich op de duur als een hulpeloze boreling. De infantilisering leidt ertoe dat u werkelijk niet meer in staat bent om die radio -mét zelfgenererende playlist- manueel te bedienen. U weet niks, u kunt niks, zelfs de handleiding is Chinees. Vanaf dan is het al te laat.

Vanaf dan ook is het nuttig Hegel te herlezen, als u zelf nog tot aan de boekenkast geraakt… de wat? De Duitse filosoof G.W.F. Hegel dus, die heel de geschiedenis opvat als een lang uitgesponnen meester-knecht-dialectiek. Hij vertrekt van het standpunt, zie hoger, dat ‘willen domineren over de andere’ een oeroude behoefte is, maar ook tot dubbelzinnige situaties leidt. Want de baas heeft twee linkerhanden en is afhankelijk van zijn ondergeschikte. Dus is de knecht eigenlijk meester? En wat zegt dat over al die huiselijke snufjes? Wie domineert wie?

Zelfmoord op advies

Breder beschouwd is dat de valstrik van alle techniek, en Google is uitermate ambitieus op dat vlak. Elke morgen probeert die behulpzame Google Assistant opnieuw mijn leven binnen te dringen: ‘Wat kan ik voor u betekenen?’ Niks dus. Voorlopig toch. Binnenkort heeft elke nieuwe wagen zo’n steward(ess), die u al bij het instappen begroet en uw zetel in de juiste stand zet. Net dat hoffelijke, die opdringerige behulpzaamheid, alleen de slechtste karakters en meest aftandse reptielen zoeken dan naar de uit-knop.

Het idee dat dit monster naar Hegeliaanse geplogenheden een soort ‘bewustzijn’ zou kunnen krijgen, of dat misschien al heeft, geeft me bijna goesting om de bijl in mijn PC te zetten.

Met de Artificiële Intelligentie komen we in een nieuwe fase van de uitlevering van onze autonomie, en kan de internetbutler reeds een liefdesbrief op maat verzinnen, een thesis schrijven, het plan van uw tuin tekenen, uitleggen wie Johan Sanctorum is (‘een Belgische patriot’, er is nog werk aan), maar ook existentiële vragen beantwoorden en voor morele coach spelen. Iemand heeft zich al het leven benomen omdat een chatbot hem dat aanraadde, en het is helaas geen grap.

Natuurlijk verdient iemand daar veel geld aan, zoals in de vrije markt betaamt. Achter de algoritmes zit een zakenmodel van mensen die rijk willen worden of nóg rijker, maar die ook Google Assistant nodig hebben om zich zelfs maar hun eigen verjaardag te herinneren. Het is dus een slang die in haar eigen staart bijt, niemand ontsnapt aan de verknechting, ook de superrijken niet. Het idee dat dit monster naar Hegeliaanse geplogenheden een soort ‘bewustzijn’ zou kunnen krijgen, of dat misschien al heeft, geeft me bijna goesting om de bijl in mijn PC te zetten. Belachelijk, want dan zou u dit ook niet kunnen lezen. Toch blijft de uit-knop een te koesteren onderdeel, of gewoon de stekker uittrekken, neem dat zeer breed op. Ik vraag me af of één chatbot zijn eigen eliminatie zou durven suggereren.

Wil u deze column gemakkelijker kunnen lezen? Download dan hier de app.

Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee.

Geplaatst in Internet en eksternet, Media, Vrolijke wetenschap | 13 reacties

Katastroof te Deurne: PVDA-gezin op de loop voor moslim-‘krapuul’

Steven Boers/Deurne, Arenaplein (Screenshot ATV/Twitter)

Het moet gezegd, de PVDA/PTB heeft de politieke stunt van het jaar uitgehaald door heel het Belgische politieke establishment met de neus in het drek te duwen van een exuberante pensioenregeling. Het collectief uit de lucht vallen van al deze zelfbegunstigden is een stukje theater apart, dat ons doet begrijpen waarom België uit een operavoorstelling is ontstaan.

Extreemlinks kan op die manier zijn politieke maagdelijkheid etaleren -ook al dweepte het nog niet zo lang geleden met modelstaten als Noord-Korea-, en dat is iets wat de moe getergde en ontgoochelde burger wel kan smaken. Helaas voor hen heeft ook extreemrechts wel de wind in de zeilen, en hoeft daarvoor geen geheime laden open te breken: haar argumenten lopen gewoon op straat rond. En grappige bijkomstigheid: ook PVDA-ers ontsnappen niet aan die realiteit.

Vrijdag j.l. werd de 12-jarige Aaron Boers in Deurne/Antwerpen in elkaar geslagen door een tiental ‘jongeren’ die het Suikerfeest aan het vieren waren. Een etnische context die door geen enkele krant wordt overgenomen, daar gaat het dus enkel over ‘jongeren’. Maar papa Steven Boers, in een vorig leven lid van de Antwerpse muziekband Katastroof en nu districtsraadslid voor de PVDA in Borgerhout, is serieus kwaad en heeft het in een tweet over ‘krapuul’.

Eigen volk eerst

De PVDA-PTB profileert zich vooral als anti-corruptiepartij en duwt het migratieverhaal bewust naar de achtergrond (Raoul Hedebouw in de Kamer – Foto Belga)

Dat is een merkwaardige uitlating voor een extreemlinks politicus: blijkbaar moet het eerst in de familie gebeuren voor er Dewinter-achtige uitlatingen aan te pas komen. Het wordt nog erger -en ook dat staat in geen enkele krant- als vader Boers meegeeft dat moslima’s de leugen verspreiden als zou zijn zoon gehandicapte moslimkinderen pesten, kwestie van die agressie goed te praten. Eén ding is zeker: de familie Boers staat niet op al te vriendschappelijke voet met de allochtone buurtgenoten. Besluit van de pater familias: ‘Ik ga verhuizen’.

42% van de PVDA-kiezers blijkt een ‘rechtse’ opvatting te hebben over veiligheid en migratie, en worstelt met een vervreemdingsgevoel. Het electoraat van extreemlinks scoort daarmee zelfs beduidend hoger dan dat van Open VLD, Groen en Vooruit.

Een voornemen dat kan tellen voor een politicus van een partij die traditioneel voor multicultuur, migratie en open grenzen gaat. Of is toch ook hier het licht aangegaan? Het valt op dat de partijwebstek geen al te straffe stellingen inneemt pro migratie en asiel, en de reden is simpel: haar eigen kiezers lusten er evenmin pap van en zouden zomaar de overstap naar het VB kunnen maken.

Dat bleek uit een enquête verleden jaar, georganiseerd door Ikanos in opdracht van Randstad: 42% van de PVDA-kiezers blijkt een ‘rechtse’ opvatting te hebben over veiligheid en migratie, en worstelt met een vervreemdingsgevoel. Het electoraat van extreemlinks scoort daarmee zelfs beduidend hoger dan dat van Open VLD, Groen en Vooruit. Bij de aanhang van de Waalse zusterpartij PTB loopt die ‘rechtse’ attitude van extreemlinkse kiezers zelfs op tot 62%.

Steven Boers – artiestennaam Stef Bef- zit dus met een probleem, en dat betreft niet alleen de gezondheidstoestand van zijn zoon en het feit dat ‘hangjongeren’ zijn buurt onveilig maken. De realiteit is dat de PVDA en het VB voor een flink stuk in dezelfde vijver vissen, die sociaal links is maar cultureel rechts, een lijn die bijvoorbeeld ook Marine Le Pen zorgvuldig aanhoudt.

Het lekkende centrum

Mark Elchardus: ‘Maak van Suikerfeest een officiële feestdag’ (VRT)

Het is een lijn die de wind in de zeilen heeft, want er is een groeiende maatschappelijke onderlaag van mensen die het niet breed hebben, met lede ogen aanzien hoe de Tesla-elite-met-bakfiets klimaatdictaten oplegt terwijl ze vrolijk de planeet rondvliegt, en ondertussen hun buurt zien verloederen. Dat gevoel van vervreemding zoekt zijn weg in een sterke antipolitieke tendens die centrumlinks -Vooruit, Open-VLD, Groen- grote zorgen moet baren. Nu al wordt er in die kringen koortsachtig gezocht naar allianties die tot bestuursakkoorden moeten leiden.

Want het weze duidelijk: de echte verkiezingsstrijd in Vlaanderen gaat straks tussen PVDA en VB, we krijgen een zwart-rode zondag. De rest zal het dan wel op een akkoordje gooien en besturen. Het is de reden waarom de N-VA vandaag de grootste aanhanger is van het cordon sanitaire, en haar lot heeft verbonden aan bovengenoemde partijen plus de Waalse PS: de maatschappelijke grondstroom dreigt weg te lekken naar ‘extreme’ partijen die buiten de politieke elites staan. Moeilijk hebben die radicale partijen het niet: hoe meer schandalen rond zelfverrijking van politici aan het licht komen, én hoe meer kinderen op hun bakkes krijgen vanwege ‘vierende’ moslims; des te sneller loopt het centrum leeg.

De echte verkiezingsstrijd in Vlaanderen gaat straks tussen PVDA en VB, we krijgen een zwart-rode zondag. De rest zal het dan wel op een akkoordje gooien en besturen. 

Toch blijft dat centrum het water uit het zinkende schip wegpompen. Het krijgt daarbij hulp van de media en van ‘fatsoenlijke’ intellectuelen, genre Rik Torfs met zijn pastoorswijsheden, en nu ook Mark Elchardus, een naar centrumrechts hellende socialist die van het Suikerfeest een officiële feestdag wil maken. De academische elite heeft haar lot verbonden aan de politiek correcte overlevingsdoctrine van centrumlinks. Dat levert zelden vernieuwende inzichten op, maar daar gaat het bij die wetenschappers niet meer om. Het overlevingsplan toont zich in rare censuurfenomenen, radicaal-rechtse sprekers die de toegang tot de unief verboden wordt, tot en met een rector die een soort klikmaatschappij verdedigt en docenten de mond snoert (Herman Van Goethem).

Een foute gok

Lingerieshow van groene politici in de Gay Pride 2023 (VRT)

De vlucht vooruit die deze verdedigers van het status-quo nemen, levert nog meer geblaat op rond diversiteit, inclusie, en overal hangen regenboogvlaggen. Ondertussen is het duidelijk dat uitgerekend moslims dat diversiteitsverhaal niet slikken -zie de rel rond de afgelaste iftar voor holebi’s– en, o ironie, misschien nog eerder voor rechts zullen stemmen.

De etiketten ‘links’ en ‘rechts’ verliezen langzamerhand hun betekenis, ze behoren tot de geschiedenis van de 20ste eeuw. Maar het is rechts dat links ideologisch grotendeels zal opslorpen, niet omgekeerd. De linkerzijde heeft de arbeidersklasse in de steek gelaten en de oikofobie omarmd, de culturele zelfhaat, tot en met heel het woke-gedachtengoed, de diversiteit van de genderneutrale WC’s en kinderen die in de kleuterklas al worden ‘bevraagd’ of ze wel in het juiste lichaam zitten. Dat was een historisch foute gok, die sommigen associëren met de invloed van 68-ers als Jean-Paul Sartre en Michel Foucault, maar dat is misschien te ver gezocht en geeft te veel intellectuele glans aan een banale strategische blunder.

De etiketten ‘links’ en ‘rechts’ verliezen langzamerhand hun betekenis, ze behoren tot de geschiedenis van de 20ste eeuw. Maar het is rechts dat links ideologisch grotendeels zal opslorpen, niet omgekeerd.

Deze blunder bestond erin om via massamigratie de autochtone populatie te willen ‘verdunnen’ en zich een nieuw electoraat te creëren (de zogenaamde omvolking). Parallel moest, vooral bij de jeugd, het identitair narcisme gepromoot worden (‘jezelf kunnen zijn’), om het kritisch burgerschap te fnuiken en de klassieke verlichtingsidealen te dumpen.

Grandioos mislukt allemaal, grote katastroof, en nu moet de familie Boers zelf migreren, naar een iets minder gekleurde buurt, allicht met minder uitbundige Suikerfeesten. En als het kan ook niet teveel drugsgeweld. Het wordt nog even zoeken voor de Antwerpse volkszanger, we wensen hem alle succes toe.

Luistertip: ‘Geitewolle sokke’ (Katastroof, 1991)

Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee.

Geplaatst in Multicul, Politiek incorrect | 11 reacties