Als Martine Tanghe monkelt, is het OK.

Niet de persvrijheid van een beschermde journalistieke klasse, maar dé vrijemeningsuiting van iedereen staat op het spel.

R2013_A0000_107582Gisteren, 3 mei, was het werelddag van de persvrijheid. Zoiets weet men dikwijls maar een dag later, als de gevierde personen en instanties tevreden terugblikken.

En dat hebben ze ook gedaan, de journalisten, ook op de VRT gisterenavond: fier op de borst kloppen en zichzelf tot helden van de democratie uitroepen. De vraag is alleen wat die persvrijheid in de democratische wereld concreet voorstelt, en meer nog: hebben alleen journalisten het vrije spreek- en schrijfrecht, of is dit niet eerder het recht van elke burger?

Consensus

Als we de Vlaamse mediawereld bekijken,- ik bedoel dan de officiële, waar mensen met een perskaart de dienst uitmaken, hoofdzakelijk het kransje De Standaard-De Morgen-Knack, aangevuld door de VRT en VTM, dan heb ik niet de indruk dat deze redacties zich echt op het standpunt van de kritische burger stellen, op zoek naar waarheid en objectiviteit. Ook de openbare omroep niet.

Veeleer wordt er een tussenpositie ingenomen tussen meanstraim opinie en een modieus, aanstellerig soort intellectualisme, dikwijls uitermate bevooroordeeld. Je kan werkelijk aan het gezicht van nieuwslezeres Martine Tanghe zien wat haar goedkeuring wegdraagt: alles dus waar een rode zweem over hangt. Is het niet OK, dan gaan de mondhoeken naar beneden. De uitermate gekleurde, haast hatelijke toon waarmee de Pegida-betoging in Gent werd behandeld (voor alle duidelijkheid: ook niet mijn ding), met het overdadig inzoomen op het geneuzel van één bejaarde betoger, schetst hoe deze vertegenwoordigers van de vrije pers met berichtgeving en duiding omgaan.

De waarheid is dat de reguliere pers in Vlaanderen wordt gedomineerd door een politiek-correcte consensus die steeds dezelfde mensen dezelfde meningen laat herkauwen. Idem dito voor de ondraaglijk lichte talkshows, elke avond op alle zenders, bevolkt door steeds hetzelfde BV-kransje. De schrik bij de jonge journalisten om buiten de lijntjes te kleuren en op straat terecht te komen, is groot. Kranten en weekbladen worden daarenboven gecontroleerd door grote commerciële groepen voor wie oplages en de daaraan verbonden reclame-inkomsten doorslaggevend zijn. In die optiek moeten ook artikels licht verteerbaar zijn en vooral niet te controversieel. Lifestyle is het codewoord en referentiebegrip.

Dédain tegenover ‘sociale media’

Klassiek is ook het misprijzen van deze elite voor de opinievorming op het internet. Geringschattend wordt er over ‘de sociale media’ gesproken, als een beerput en een amalgaam van kroegpraat, waar wel eens iets uit opgepikt wordt, maar nooit als volwaardige stem van iemand. Voor de beroepsjournalist is het internet een grabbelton vol vermakelijke en soms ranzige small talk. Enkel als iets ‘viraal’ gaat, gaan de knipperlichten af.

Zo werd de hagiografische berichtgeving rond de dood van Steve Stevaert webgewijs doorkruist door een sceptische tegenstroom, net in die ‘sociale media’, met als hoogtepunt een youtube-filmpje van een jonge vrouw die de machomoraal van de Stevaert-clan helemaal niet kon smaken, en het ontslag eiste van een VUB-decaan.

Zelf bracht ik de dag van zijn overlijden al via mijn blog in herinnering dat Steve Stevaert niet bepaald een model van democratische breeddenkendheid was, en een tegendraadse journalist met gemak durfde broodroven. De toon was gezet, de politiek-correcte consensus doorbroken.

Op de duur kon de ‘serieuze pers’ er niet meer om heen en draaiden ze schoorvoetend bij. Maar het bewijst wel dat de echte vrijemeningsuiting al lang niet meer op krantenredacties wordt gecelebreerd, maar dagelijks op facebook, twitter, webmagazines en de talloze blogs. Tussen de recepten voor rabarberconfituur, de familiekiekjes en, jawel, de onvermijdelijke toogpraat, ontkiemt juist in die ‘sociale media’ een vorm van contre-démocratie die ik gisteren op de werelddag van de persvrijheid helemaal niet beklemtoond zag. Als het van de geaccrediteerde pers afhangt, moet vooral de journalistieke beroepsklasse waarborgen krijgen om zich vrij te uiten, en is alles wat op burgerjournalistiek gelijkt, eerder concurrentie die moet beteugeld worden via allerlei zogenaamde policy-regels en fatsoensnormen.

 Klokkenluiders

Tenslotte is de vrijheid van mening vooral boeiend waar ze door overheden en regimes bedreigd wordt. In China zijn het niet de journalisten-met-perskaart die weerwerk leveren, maar wel schrijvers en bloggers, digitale pamflettisten die ook regelmatig worden opgepakt. Of denk aan de Verenigde Staten, hét vlaggenschip van de Vrije Westen, waar ene Bradley Manning wegrot in eenzame opsluiting wegens het uitbrengen van beelden over burgerexecuties in Irak, waaronder nota bene twee Reuter-journalisten.

Heel het Wikileaks-verhaal toont aan dat net in de vrije wereld de officiële pers schromelijk in gebreke bleef en in slaap was gevallen. Bradley Manning, Julian Assange, en Edward Snowden (die het wereldwijde NSA-spionnagenetwerk onthulde) hebben hun werk overgenomen. De twee laatsten zijn vogelvrij verklaard en moeten schuilen in ambassades en andere ballingoorden.

Dus persvrijheid, my ass, ik ben niet onder de indruk. Vandaag zijn het de klokkenluiders, de webactivisten en de wakkere burgers, u en ik, die het verschil maken. De krant, die lees je tussendoor en daar schilt men zijn aardappelen op. Oeps, zie ik Martine Tanghe toch even haar neusje optrekken.

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

6 reacties op Als Martine Tanghe monkelt, is het OK.

  1. Gerard Van Noten zegt:

    Ik geef U een overgroot aan gelijk, daar ik zelf constant te maken krijg met absolute censuur geïnspireerd door de politieke correctheid en inderdaad vooral komende vanuit de rode hoek. Anderzijds stel ik vast de journalistieke ethiek verloren gaat, daar waar vandaag nog een veroordeling voor de politierechtbank in de krant verschijnt, met initialen naam, voornaam, plaats van tewerkstelling, naam van de firma en functie van de veroordeelde. Dit is broodroof en zal natuurlijk aangevochten worden voor de rechtbank, maar zoals altijd, wanneer het leed geschiedt is. Belanghebbende riskeert nu zware gevolgen beroepsmatig en zal in ieder geval nooit meer zijn leidinggevende functie naar behoren kunnen uitoefenen. Dit is het gevolg van de drang naar sensatiepers en zogenaamde correctheid.

  2. Hans becu zegt:

    Eindelijk nog eens wat goede mediakritiek, en spot on ! Maar hoeveel mensen lezen dit ? Vaak is een tweet enkel belangrijk als hij door Tanghe en Co wordt opgepikt. De grootste macht van de media, en vooral van de VRT, ligt nog altijd in de selectie van wat “nieuws” is.

  3. Pingback: Poco berichtgeving en mondhoekentaal | Golfbrekers

  4. Wim ELBERS zegt:

    Martine Thange is (was?) gehuwd met Jos Vanhemelrijck. Ook al een VRT-figuur.Die kerel was één van de meest aktieve heerschappen bij de rechtse VMO in Brussel tijdens de jaren 1960 .Mag dit ook nog eens gezegd worden ? En is rode Martini op de hoog te van het verleden van de Jos?

  5. Marc Schoeters zegt:

    Het is mijn ervaring dat wanneer je dingen zegt of schrijft die afwijken van de algemeen gangbare mainstream horden politiek-correcte mensen er als de kippen bij zijn om je informatiebronnen te bagatelliseren – zeker als die van het internet afkomstig zijn. Zo kreeg ik eens te horen dat ik beter de “serieuze media” zou raadplegen. Op mijn vraag wat men precies bedoelt met “serieuze media” kreeg ik als antwoord – “De Morgen”, “De Standaard”, “Humo”, “Knack” en de VRT. Die zouden namelijk niet inspelen op “onderbuikgevoelens”. Wie niet denkt zoals Martine Tanghe denkt eigenlijk helemaal niet – maar heeft alleen maar “onderbuikgevoelens”. Ik durf er niet aan te denken (pardon – onderbuikvoelen) hoe het met onze geïnformeerdheid gesteld zou zijn als er geen internet zou bestaan. Dan zouden we met huid en haar overgeleverd zijn aan de dictatuur van “la pensée unique” en de telkens opnieuw herhaalde mantra’s van voorgekauwde politiek-correcte meningen van de “serieuze” journalisten. U weet wel – de o zo objectieve “medewerkers” van de nationale kromroep – die zich op de borst kloppen dat ze “altijd benieuwd” zijn terwijl “altijd benauwd” beter bij hen zou passen. Officieel leven we in het jaar 2015. Maar wat de wereldpolitiek betreft in 1939. En wat de officiële “serieuze” media betreft in 1984.

  6. Meneerke Peeters zegt:

    Da’s wel een serieuze open deur intrappen om wéér met Martine Tanghe af te komen om de zogenaamde partijdigheid van journalisten aan te tonen. Al van toen ik in de lagere school zat werd dat over haar gezegd. Het wordt tijd om andere voorbeelden te zoeken. En trouwens – niet om la Tanghe te verdedigen – maar meestal lacht ze als er paaseieren rapende kindjes in beeld geweest zijn en kijkt ze bedrukt als er beelden van een massaverkrachting in Oost-Kivu vertoond werden. Ik bedoel men is hier serieus de boel aan ’t opkloppen.

Reacties zijn gesloten.