In de marge van het Bracke/De Croo-schandaal rond buitensporige pensioenbonussen, gevolgd door het Vlaamse stikstoffiasco waar we vandaag midden in zitten, doemt steeds weer de vraag op in hoeverre Vlaanderen ergens nog een verschil zou kunnen maken aangaande beleidskwaliteit. Het bangelijk vermoeden dat het Vlaamse niveau steeds meer een klein-Belgisch niveau is geworden met dezelfde onhebbelijkheden en dezelfde politieke wancultuur -in mijn boek als kakistocratie betiteld-, brengt mening Vlaams-nationalist met onafhankelijkheidsdromen tot wanhoop.
Weinig van wat de laatste twee jaar op Vlaams niveau werd gepresteerd, kan onder de noemer vallen ‘wat we zelf doen, doen we beter’. De Belgicisten kunnen deze dagen hun pret niet op.
Het ambitieloos gemodder dat al sinds de installatie van deze regering, in 2019, aan de gang is, toont een ploeg die in eerste speelt en eigenlijk maar goed genoeg is voor de provinciale reeksen. De ministers zijn in hoofdzaak gedetacheerde burgemeesters, en stralen dat ook uit. Het gebrek aan staatsmanschap (oeps, is dit woord in woketijden nog wel gepermitteerd?) en het verhaal van de te dunne spoeling speelt ons parten. Hebben wij wel voldoende bestuurstalent in huis? En zo ja, waar blijft dat dan hangen? Op een of andere manier is de kiezer niet in staat om personeel naar het parlement te sturen dat de middelmaat overstijgt, en oogt de Vlaamse regering als het Schepencollege van een groot dorp.
Ambitie dus, of het gebrek eraan. En laat nu uitgerekend Jan Jambon bekend staan als aanhanger van de Vlaamse onafhankelijkheidsgedachte. Helaas: weinig van wat de laatste twee jaar op Vlaams niveau werd gepresteerd, kan onder de noemer vallen ‘wat we zelf doen, doen we beter’. De Belgicisten kunnen deze dagen hun pret niet op. Op dezelfde zondagavond dat Tom Waes in zijn laatste aflevering van Het Verhaal ongeveer concludeerde dat de Vlaamse natie een luchtkasteel is, moest de Vlaamse Minister-President de pers toespreken om te melden dat hij in feite een koning zonder land is.
Insomnia
Jan Jambon, op het dieptepunt van de stikstofcrisis aanwezig op een Antwerps dansgala (Belga)
Soms kom ik hem in de opera tegen, hij blijkt een voorliefde te hebben voor meerwaarde en de betere genres. Misschien is dat de reden waarom hij zichzelf in de gauwte ook nog het ministerschap voor Cultuur gunde. Een enorme misser, heb dat altijd een slecht idee gevonden, want kunnen omgaan met de -traditioneel links gerichte- cultuursector is nog iets anders dan regelmatig de Vlaamse Opera bezoeken. Daarbij is een regering leiden een voltijdse taak, en het cultuurbeleid uitstippelen en opvolgen eigenlijk ook. Ik ken geen land in de Europese Unie waar iemand beide functies cumuleert, indien wel, corrigeer me. Naast het Minister-Presidentschap en Cultuur neemt Jambon er ook nog ICT en Facilitair Management bij, en is hij zetelend burgemeester van Brasschaat. Nog los van de verplichtingen die hij ook binnen de partij heeft, zegt iets me dat dit gewoon te veel is.
Los daarvan kan men zich de vraag stellen of Jan op dat moment geen andere katten te geselen had. Of niet beter wat slaap had ingehaald door eens vroeg in bed te kruipen.
Afgelopen maandagvond werd Jan Jambon gesignaleerd in de Antwerpse Elisabethzaal om het dansgala ‘Time to Dance bij te wonen. In aanwezigheid van Koningin Mathilde en nog wat schoon volk zoals minister Annelies Verlinden en gouverneur Cathy Berx. Bij de intrede van Mathilde weerklonk de Brabançonne, dat hoort zo naar het schijnt. Los daarvan kan men zich de vraag stellen of Jan op dat moment geen andere katten te geselen had. Of niet beter wat slaap had ingehaald door eens vroeg in bed te kruipen. We mogen de therapeutische kracht van cultuur zeker niet onderschatten, maar toch: zo’n bloempotavond met Mathilde, daags voor het parlementaire actua-debat rond de stikstofsaga, ik zou het als gezondheidsadviseur zeker afraden.
Pars pro toto: heel de Vlaamse regering lijkt in te dommelen als ze wakker moet zijn, en is wakker als ze beter zou slapen. Ook deze insomnia is een Belgische onhebbelijkheid: onmogelijke deadlines stellen en dan ‘de nacht doorgaan’ tot er iets uit de bus komt. Dat deze conclaven, waarin diegene die het langst kan wakker blijven zijn/haar slag thuis haalt, niet bevorderlijk zijn voor de kwaliteit van de politieke besluitvorming, weten we al langer. Het tekent een politieke cultuur van de ‘rotte compromissen’ en het eeuwige uitstel. Het is een typisch Belgische sport, waarin grootheden als Paul Van Den Boeynants, Guy Verhofstadt, en later Alexander De Croo (!) en Paul Magnette uitblonken.
Dikke planken
Hopelijk krijgt zijn opvolger, Zuhal Demir, het wél allemaal rond (HLN)
Bij Jambon en C° kwam het na een nachtje onderhandelen zelfs niet tot een rot compromis, maar eindigde het in een complete impasse. Objectief ligt dat aan de CD&V en de Boerenbond, moreel moet het zwak leiderschap van de Minister-President in ogenschouw genomen worden: deze man is gewoon moe, en misschien snappen hyena’s als Sammy Mahdi dat misschien wel al te goed.
Hij vertoont meer en meer gelijkenis met Club Brugge-trainer Scott Parker: dezelfde berustende blik van een coach die geen matchen meer wint. Maar voetbaltrainers zijn makkelijker te wisselen dan minister-presidenten, die gedoemd zijn om de rit uit te doen.
Het zou ver gezocht zijn om te stellen dat Jan Jambon het stikstofdossier niet rond kreeg omwille van té veel titels, té veel bevoegdheden, een té drukke politieke agenda, té veel van hot naar her en een pak buitenlandtrips. Toch bemerkten vele politieke waarnemers al geruime tijd een toenemende vermoeidheid in ’s mans optreden, discours, uitstraling, een concentratieverlies, communicatieve nonchalance, wat zelfs de N-VA-top niet ontging (Bart De Wever: ‘Ik zeg altijd: Jan zaagt dikke planken, maar de fijne afwerking is niet zijn ding’). Privé-verwikkelingen (een scheiding, nieuwe relatie), dat zijn strikt gezien natuurlijk onze zaken niet, maar ze komen wel bovenop de dagelijkse politieke stress. De lamentabele communicatie tijdens de Chovanec-affaire in 2019 speelde zich af tijdens de huwelijksreis met zijn tweede partner, en gaf toen al het beeld van een man die niet meer scherp stond. Althans niet professioneel, over de rest laten we ons niet uit. Misschien moeten ook mannen eens hun prioriteiten durven stellen en eventueel kiezen voor wat er privé toe doet.
Ach, ik heb het wel te doen met Jambon. Hij vertoont meer en meer gelijkenis met Club Brugge-trainer Scott Parker: dezelfde berustende blik van een coach die geen matchen meer wint. Maar voetbaltrainers zijn makkelijker te wisselen dan minister-presidenten, die gedoemd zijn om de rit uit te doen. Zuhal Demir, onze hoop in bange dagen, kan ondertussen belangrijke doe-lessen trekken uit het slaapwandelen van de Jambonploeg: ervoor willen en kunnen gaan (no problem), tact en diplomatie (werkpuntje), privé/familiaal alles goed op een rijtje hebben (voor vrouwen net nog iets ingewikkelder, ze heeft een dochtertje van zes), behoud van fysieke en mentale fitheid/uithoudingsvermogen, een goede omkadering van adviseurs, en, jawel, rust en voldoende goede slaap, ik wens het haar allemaal toe.
Want ooit moeten we hier uit komen, beter en sterker. Misschien zijn we inderdaad wel toe aan een stevig wijf om orde op zaken te stellen.
Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee.
“Op een of andere manier is de kiezer niet in staat om personeel naar het parlement te sturen dat de middelmaat overstijgt..”
De kiezer kiest allang niet meer.
Hij moet (mag) een bolletje aanvinken op de lijst die a
al in kannen en kruiken is, en met wat pech wordt er nog een buitenstaander als minister benoemd ook.
Het is en blijft bendepolitiek, én kakistokratie, helaas.
“Wat een hondenstiel”, blaft de bonte hond met blauwe staart.
Ik zou er ook depressief bijlopen moest ik bemerken dat ik als ‘baas’ over Vlaanderen enkel wat beslissingen mag uitvoeren die elders genomen worden en die niet goed zijn voor het eigen volk.
Maar ik ben niet depressief want ik ben altijd zo slim geweest om de politieke stiel te verachten en er zeker geen deel van te willen uitmaken.
Jambon zou er beter de brui aan geven, niet alleen aan dat minister-presidentschap, maar aan de politiek an sich. En dan een boek schrijven waarin hij uit de doeken doet hoe alles écht in elkaar zit. Daarmee ontmasker je dan ineens de leugens van de pers en van de zogezegde ‘democratie’ (die niet bestaat, niet in Oekraïne, niet in Rusland en niet in West-Europa).
Ik lees: “Bart De Wever: ‘Ik zeg altijd: Jan zaagt dikke planken, maar de fijne afwerking is niet zijn ding’ ”
Ik denk bij deze woorden onwillekeurig aan de vrouwen van Jambon. De vroegere accountmanager van IBM en de huidige burgemeester van Brasschaat weet dus wél enigszins wat hij met dikke planken moet doen – maar volgens zijn Antwerpse meester is “de fijne afwerking niet zijn ding”. Ach – arme vrouwen! Wat een ellende op deze wereld!