De ‘Steen van Merkem’: slogan, aangebracht door Vlaamse soldaten, oktober 1917
Met veel ongeduld werd er uitgekeken naar de VRT-serie Het Verhaal van Vlaanderen, en met veel goodwill vertrokken we van de voorhistorische homo sapiens aan de Noordzee, via Ambiorix en de Gallische Opstand, om in het middeleeuwse Graafschap Vlaanderen te belanden. Het romantisch verhaal van Boudewijn en Judith vertederde menig stamboekflamingant, en we probeerden ons niet te ergeren aan het Vlantwerps van presentator Tom Waes. Neen, dit hoefde geen N-VA of VB-programma te worden, het mocht genuanceerd, niet té gedetailleerd, maar toch met zin voor objectiviteit. Dat de wetenschappelijke ploeg achter de serie namen bevatte als Jan Dumolyn, prof geschiedenis én PVDA-militant, komaan, we gaan geen spoken zien.
‘Het zijn toch maar Geuzen’
Vooral de Belgische Revolutie werd als een sleutelmoment in de tricolore verf gezet
Zelfs de Marxistische lezing van de Brugse Metten en de Guldensporenslag (‘een klassenstrijd tussen arme wevers en rijke lakenhandelaren’) kon in al zijn ongenuanceerdheid en historische onjuistheid nog op begrip rekenen. Ook al kwam Jan Breydel niet ter sprake, en verdwenen namen als Jan Borluut en Jacob Van Artevelde in de mist der vergetelheid. Of werd er met geen woord gerept over de confrontatie Leliaards- Klauwaerts (te grote klemtoon op de Frans-Vlaamse tegenstelling?)
Gaandeweg leek de reeks focus te verliezen, werd er over grote gaten heen gesprongen, en kreeg men stilaan de indruk dat de makers zich wilden ontdoen van het ‘Vlaams-nationalistische probleem’.
Maar gaandeweg leek de reeks focus te verliezen, werd er over grote gaten heen gesprongen, en kreeg men stilaan de indruk dat de makers zich wilden ontdoen van het ‘Vlaams-nationalistische probleem’. Het werd in grote mate Het Verhaal van België,- mij niet gelaten, maar verander dan de titel. Gaten? Jawel. Over Keizer Karel vernemen we niets, en in het Beleg van Antwerpen wordt met geen woord over de Geuzen gerept. De Boerenkrijg wordt behandeld als het opstootje van een paar pummels met rieken, terwijl het om een volksopstand ging -zonder steun van de adel of de burgerij- die ook in andere Europese landen plaatsgreep, zie de analyse van Luc Pauwels hierover. Verderop, Pieter Daens? Nooit van gehoord.
De Belgische revolutie in 1830 wordt uiteraard wél uitvoerig belicht, zonder aan te geven dat het hier een monsterverbond betrof tussen katholieken en Fransgezinde liberalen, die elk hun redenen hadden om met Willem I af te rekenen. Terwijl het kortstondige Hollandse bewind voor onze contreien een periode van economische en culturele bloei betekende, met onder meer de oprichting van de Société Génerale maar ook van de universiteiten van Gent en Luik.
De mythe van de Koning-Ridder
Nieuwpoort, monument van Albert I
In de voorlaatste aflevering, nummer 9, over de Eerste Wereldoorlog en het interbellum -een van dé sleutelperiodes in de geschiedenis van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd-, gaan de makers van de serie compleet uit de bocht. Albert I wordt geportretteerd zoals de officiële patriottistische geschiedschrijving hem graag ziet: als een Roi-Chevalier die, geflankeerd door Elisabeth, de Reine-Infirmière, het Belgische leger aanvoerde en dicht bij zijn soldaten stond.
Deze mythe werd door historici al lang onderuit gehaald. De zogenaamde held van de IJzer voerde in het geheim onderhandelingen met de Duitsers, verbleef in de Koninklijke Villa in De Panne en liet zich alleen af en toe voor de foto aan het slagveld zien, liefst ’s zomers als er niet teveel slijk lag. Het algemeen enkelvoudig stemrecht was geen genereus cadeau aan het volk dat zware offers had gebracht, maar een poging om de socialisten de wind uit de zeilen te nemen. En dan is er het gênante dubbele spel met de Vlamingen, dat door Waes en C° compleet wordt genegeerd.
Albert I riep in 1914 de Vlamingen wel op om ‘de Slag der Gulden Sporen te gedenken’, maar weigerde de legertaalwetten toe te passen. Dat leidde tot fatale mistoestanden aan het front.
Al in 1913 had het Belgisch parlement een taalwet gestemd die voorzag in aparte Vlaamse en Franstalige legereenheden. Albert I riep in 1914 de Vlamingen wel op om ‘de Slag der Gulden Sporen te gedenken’, maar weigerde de legertaalwetten toe te passen. Dat leidde tot fatale mistoestanden aan het front. Het officierenkorps was Franstalig en alle bevelen en mededelingen werden in die taal gegeven, of de soldaten dat nu begrepen of niet. Wie tegenpruttelde, zich verzette, actie voerde om zijn recht te bekomen werd uitgescholden voor tweedrachtzaaier, varken, imbeciel, lafaard, boche of verrader. Met gepaste straffen, tot en met executie.
Van Frontbeweging tot Frontpartij
De voormannen van de Vlaamse Frontbeweging (vlnr): Filip de Pillecyn, Adiel Debeuckelaere, Frans Daels, Hendrik Borginon, Richard De Deurwaarder
Op 11 juli 1917 schreef de flamingante intellectueel en frontsoldaat Adiel Debeuckelaere zijn fameuze Open Brief aan koning Albert I, waarin uitvoerig de wantoestanden werden opgelijst en concrete beloften werden gevraagd voor na de oorlog, inzake gelijkberechtiging van de Vlamingen binnen de Belgische natie. De koning reageerde met de aanstelling van een nieuwe minister van Oorlog, de rabiate franskiljon Armand de Ceuninck. Er werd een klopjacht ingezet op de auteur van de brief en zelfs op de bezitters ervan.
Er ontstond zo een georganiseerde clandestiene Frontbeweging, die de legerleiding zeer verontrustte en de anti-Vlaamse stemmingmakerij bij de officieren nog deed toenemen. Een oorlog binnen de oorlog.
De anti-Vlaamse stemming bij de officieren nam alleen maar toe, het was duidelijk dat Albert hen vooral niet wilde tot de orde roepen. Heel wat Vlaamse soldaten kregen buitensporige straffen voor onbenullige feiten zoals een officier in het Vlaams aanspreken. De Vlaamshaterij in het legerkader leidde tot een guerilla van korte interventies bij nacht. Haastig enkele slogans kalken of Vlaamse leuzen aanplakken en dan vliegensvlug weer verdwijnen. De fameuze Steen van Merkem herinnert er nog aan. Er ontstond zo een georganiseerde clandestiene Frontbeweging die de legerleiding zeer verontrustte en de anti-Vlaamse stemmingmakerij bij de officieren nog deed toenemen. Een oorlog binnen de oorlog.
Het is deze Frontbeweging die na 1918 de toon én het programma van het Vlaams-nationalisme zal bepalen, dat zichzelf ondanks alles nog grotendeels binnen de Belgische staat situeerde. Maar dat verandert naarmate duidelijk wordt dat Albert I en heel het Belgisch-francofone establishment volharden in hun negatie van de Vlaamse eisen.
De verboden samenhang
De eerste IJzerbedevaart in 1920 (de toren in Kaaskerke/Diksmuide zou er pas komen in 1930)
En zo grijpt er een politieke radicalisering plaats, rondom de IJzerbedevaart, die van meet af aan een drievoudige boodschap droeg: een hulde aan de gevallen Vlamingen, een statement tegen de oorlog, én een herinnering aan de verbroken belofte van Albert (‘hier ons bloed, wanneer ons recht?’).
Ik leg dat nog eens uit, omdat het ook tot mijn familiegeschiedenis behoort. Mijn grootvader militeerde in de verboden Frontbeweging, en was nadien lid van de Frontpartij (waaruit later het VNV zou ontstaan). De verbittering, de haat tegen de Belgische staat, en de revanchistische sfeer hebben geleid tot de collaboratie, waarin zijn zoon, mijn vader dus, is meegegaan. Los van morele oordelen, is het van belang om de samenhang te zien tussen deze tijdsgewrichten, wat toch een kerntaak is voor historici.
Het wordt bijna voorgesteld alsof de IJzerbedevaart een puur pacifistische manifestatie was, die geleidelijk aan werd ‘geïnfiltreerd ‘door radicaal-flamingante krachten. Dat is historisch onjuist.
Helaas, voor Tom Waes en gezellen is heel deze voorgeschiedenis van het Vlaams-nationalisme quantité negligable. Het wordt bijna voorgesteld alsof de IJzerbedevaart een puur pacifistische manifestatie was, die geleidelijk aan werd ‘geïnfiltreerd ‘door radicaal-flamingante krachten. Dat is historisch onjuist. In de plaats worden twee socialistische afficheplakkers, Pot en Grijp, omgekomen in een nachtelijk schietincident, tot martelaren verheven. De signatuur van Jan Dumolyn en het politiek correct negationisme wordt van langsom duidelijker.
De volgende aflevering, de laatste, van de Tweede Wereldoorlog en de collaboratie tot heden, zal zonder twijfel de these voltooien dat het Vlaams-nationalisme in wezen een aberrant fenomeen is, een accident van de geschiedenis, en dat België Vlaanderen moet behoeden voor politiek extremisme. Er is in een eeuw tijd nauwelijks wat veranderd. Behalve dat een Vlaamse, goed doorgestudeerde intellectuele elite nu zelf postuum de laarzen kust van de Roi Chevalier. Adiel Debeuckelaere en C° hebben hun kop voor niks geriskeerd. Dàt is het verhaal van Vlaanderen.
Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee.
Was de periode 1815-1830 er ook niet één van economische ravage, rampspoed, want afgesneden van de traditionele Franse markt ?
a van loon, ekeren ________________________________
Periode 1815-1830, dat is de periode van Jantje Kaas (Koning Willem I) en zijn nieuwe taalwetten, enfin. Algemeen gebruik van Nederlands… maar zelf sprak hij Frans, enzovoort.
Neen, neen, Tuur, niet afgesneden van de traditionele Franse markt, maar van de Franse taal, enfin.
Maar deze taalwetten van Jantje Kaas werden in 1929 al snel ingetrokken, vooral onder druk van Wallonië want ze vormden een…
bedreiging, een ‘ernstige’ bedreiging voor de Franse taal en cultuur….
werden in 1829 al snel ingetrokken.
werden in 1829 al snel ingetrokken
Boeiend!
“Op hoog militair bevel werden op het oorlogskerhof aan de Ijzer vijfhonderd grafzerken van Vlaamse soldaten vernield en deze werden harteloos gebruikt voor de verharding van een autoweg.
De Vlamingen richtten in het stadje Diksmuide aan de Ijzer een viertachtig meter hoge toren op ter herinnering aan hun gesneuvelde broeders, – boven op die toren staat een kruis, waarin, in kruisvorm, letters zijn aangebracht: van boven naar beneden AVV, van links naar rechts VVK. Betekenis: Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus. Deze massieve, betonnen Ijzertoren was het symbool voor de idealistische Vlaamse drang naar emancipatie, ontvoogding en verzelfstandiging van een generatie die in ’14-18′ wel voor België mocht sterven maar waaraan zelfs geen Vlaamse opschriften op de graven werden toegestaan”. Jeroen Brouwers
Tom Waes! Pure amnesia of foute interpretatie van Elsschots gedicht ‘Borms’…. Weet nu dan dat uw stem door niemand wordt aanhoord
Zoolang gij stamelend bidt of bedelt bij de poort…..
Ja, Johan, een oom van mij die ik persoonlijk nooit gekend heb (halfbroer van mijn moeder) zou hier in 1946 ook wegens verstek veroordeeld zijn voor collaboratie met de SS. Zelf was ik toen nog niet geboren, maar de brieven die hij vanuit Duitsland naar zijn halfzus verstuurd heeft, zijn nu wel in mijn bezit. Daaruit blijkt duidelijk dat die jongeman het, net als uw vader, voor de Vlaamse zaak gedaan heeft. Verder werd er in de naoorlogse briefwisseling tussen familieleden geen woord meer over hem gerept, wat mijn nieuwsgierigheid enkel maar heeft aangewakkerd. Juni vorig jaar ongeveer ben ik met de hulp van een specialist ter zaken aan mijn zoektocht begonnen, al moest hij zich als niet-familielid eerder aan de zijlijn houden. Niet te geloven hoe ik soms van het kastje naar de muur werd gestuurd door de bevoegde instanties! Maar de aanhouder wint, en 16 mei a.s. kan ik het dossier eindelijk gaan inzien bij het Rijksarchief Beveren.
…Waar het dan op de dag van de afspraak niet beschikbaar is, want in het ongerede geraakt (ambtenaarees voor ge krijgt het tóch niet) .
Leer me Belzjiek niet kennen.
Een verhaal van de ‘voorhistorische homo sapiens’ tot de volksopstanden en proletarische revoluties, tot de oorlog van het volk, waar uiteindelijk de transgender potsierlijkheid, de gender dysforischen, feminisme en wat voor ziekelijke zwakheid victorie kraaien (nog niet helemaal opgenomen in het verhaal).
Dan was er nog het nationaal socialisme, een bruut mannelijk ‘survival of the fittest’ socialisme, dat zoals Nietzsche al schreef in ieder geval nog bescherming bood tegen de overwinning door eerder genoemde expressies van marasmus femininus, ofwel, ‘overleving van de zieken en de zwakken’ en haar slachtoffercultuur, een situatie waar alle werkelijk ‘aberrante fenomenen’ genormaliseerd en gesubsidieerd worden. Vandaar ook dat de vandaag de dag de ‘de lakens uitdelende marasmus femininus’ zo fel gekant is tegen elke overleving van mannelijkheid, het gezond verstand, en dat wat nog gezond en levensvatbaar is in de cultuur van de witte mens.
Wat een potje heeft men ervan gemaakt, al dat vechten om dan door en aan zwakheid ten onder te moeten gaan, te worden omgevolkt door ziekelijkheid en zwakheid. Nou goed, de strijd is nog niet helemaal gestreden.
Ik stel overigens voor dat de frase ‘omgevolkt en omgebouwd’ in gebruik wordt genomen op rechts.
En voor intellectueel rechts:
De frase ‘morfologische verdunning’ zou ingevoerd kunnen worden, dat kan ook op twee manieren opgevat worden, etnisch en seksueel. En: de samenleving lijdt aan morfologische dysforie.
Dus dan stellen we dat we ons nogal onbepaald voelen, we zitten niet lekker in ons vel, omdat we terug moeten naar morfologische duidelijkheid en contrast. Het egalitarisme van de democratie is op zijn retour? De klasseloze samenleving wordt wat al te dol?
Stem voor ongelijkheid, een klasse samenleving, uitsluiting op basis van intelligente discriminatie, tegen sociale en gender mobiliteit, etc. om het tij van morfologische dysforie, ofwel, regressie naar de oersoep, te keren.
Als je die Jan Dumolyn zijn slordige kop ziet, dan wist je al dat het om zeep ging zijn met deze serie.
Hij is een charlatan-historicus en blijven steken in zijn mei-68-kledingvodden en lijkt wel uit één of andere Gentse bruine kroeg te komen gekropen.
Ik verdenk hem ervan zich niet wekelijks te wassen.
Hij is totaal onbelangrijk. Daarom juist is hij zo interessant.:)