Beschouwingen over de Vlaamse volksaard
In deze zomerreeks, waarin we nagaan hoe ‘de Vlaming’ cultureel-economisch in mekaar zit, hadden we al vastgesteld hoe hij in het kweken van mosselen -en nog meer ze verkopen- schromelijk onderdoet voor onze Noorderburen. Vandaag wordt het tijd om een positieve kant van onze volksaard te belichten: in menig huiskamer zijn de sol- en de fasleutel vaste attributen, en dat vertaalt zich ook in een bloeiende industrie.
We blijven in mijn geboortestreek hangen, waar zich ooit het machtige graafschap Vlaanderen situeerde, en maken een rit van Ruiselede naar Blankenberge, over Brugge, goed voor zo’n 50 km. Waarom Ruiselede? Niet alleen omdat zich daar een van de grootste gesloten centra voor jeugdige delinquenten bevindt, maar ook omdat er piano’s worden gefabriceerd. En niet van de minste.
Goede voornemens
In een waarlijk epische infomercial voor de gerenommeerde firma Maene -die de auteur hopelijk toch een fikse korting toekent bij de aanschaf van een hoogwaardig toetsenmeubel- noteert Frans Crols uit de mond van zaakvoerder Chris Maene volgende quote: ‘Vlamingen beslissen in de herfst door de goede voornemens die zij maken na de zomervakantie.’
Een uitspraak die nadere analyse en een verdere beschouwing verdient. Want als die Vlaming op zijn slippers in Marbella besluit om piano te leren en zijn vrouw beaamt dat zo’n ding wel mooi zou staan in de living, mag u er op rekenen dat er tegen december een aardig repertoire Kerstliederen door die living zal galmen. De Vlaming is geen treuzelaar en wil scoren voor de sibbe. En vooral: hij kan zich dankzij hard werken ook minstens een buffetversie permitteren. Een mens leeft niet van brood alleen.
De Vlaming is geen treuzelaar en wil scoren voor de sibbe. En vooral: hij kan zich dankzij hard werken ook minstens een buffetversie permitteren.
De vraag van vijf octaven is echter wat er na nieuwjaar met het voorwerp van goede voornemens gebeurt. In februari slaat de laatwinterdepressie toe, maar in maart worden er alweer vakantieplannen gemaakt. Dat meubel vangt uiteindelijk vooral stof, vindt de vrouw des huizes, de afbetaling weegt, en de ambitie om ooit Beethoven of minstens Mozart uit de vingers te toveren, verdwijnt naarmate het warmer wordt en de krokussen uitkomen. Resultaat: de volgende vakantie wordt betaald met de opbrengst van wat een occasiepiano is geworden, die naar echte liefhebbers gaat. Iedereen blij.
Tweedehands
De Vlaamse regering communiceert als een verkoper van occasiewagens
De volgende zomer en herfst herhaalt zich dit fenomeen: Vlamingen die na (te) veel cocktails aan het zwembad beslissen om piano te leren, bij thuiskomst naar Chris Maene bellen, oefenen voor Kerst, en na de winterzonnewende das wolhtemperierte Klavier weer te koop stellen. Ik heb eens gecheckt: er worden aardig wat piano’s tweedehands aangeboden, ook van Maene. In de economie noemt me dit verschijnsel dan ook de pianocyclus: een bijzonder nuttig proces waarbij dingen steeds goedkoper worden naarmate ze van eigenaar veranderen. En dus betaalbaar worden voor elke beurs, leve 2dehand.be.
Nu is Vlaanderen zelf ook al dikwijls van eigenaar veranderd, en in feite doorheen de geschiedenis ook steeds wat in waarde gedaald. In 1830 was het quasi waardeloos geworden. De Hollanders wilden af van deze voze negorij die hen na het Verdrag van Wenen in de schoot was geworpen, en een cafécoalitie van liberalen en katholieken legde er de hand op, om er meteen een Franco-Belgische frituur van te maken. Waardoor het Vlaams-nationalisme verrees en zich door twee wereldoorlogen bokste.
Nu is Vlaanderen zelf ook al dikwijls van eigenaar veranderd, en in feite doorheen de geschiedenis ook steeds wat in waarde gedaald. In 1830 was het quasi waardeloos geworden.
Sindsdien oogt de Vlaamse toekomst steeds rooskleuriger. Toen Jan Jambon in juni laatstleden, na drie jaar onzichtbare regering, de uitspraak de wereld instuurde ‘En nu gaan we besturen!’, wist ik het zeker: wij zijn grootmeesters in het koesteren van goede voornemens, anders bestond België al lang niet meer. De volksaard volgt uit de waarde van het mentaal patrimonium, en dat is quasi nul. Daarom hebben we een economie om de nv België te onderhouden, maar een collectief zelfvertrouwen om bij te wenen. Dus kunnen politici weinig meer doen dan bluffen en liegen. Heel de regering Jambon oogt als een handelaar in occasiewagens naast iets wat weinig meer is dan een wrak. Het is wat het is.
Nano-kennis
De vijf TV-presentatoren van het 21 juli-concert
Door de fatale kronkels van de geschiedenis worden Vlamingen geboren als aandeelhouders van een waardeloze nv, en gedragen ze zich daar ook naar. Af en toe vloeken ze en gooien ze met schoenen naar de Raad van Bestuur, waarna ze weer op vakantie gaan en zich voltanken met goede voornemens om de Vlaamse economie te ondersteunen. Want die wordt terecht geprezen in bovenvermeld krols stukje: ‘Vlaanderen scoort niet enkel met havens, informatica, nano-kennis en biotechnologie. Antwerpen was wereldklasse in de zestiende eeuw met de klavecimbels van Rucker en Couchet. Vandaag vernieuwen Chris Maene en zonen die traditie. De Maene-Vinoly Concert Grand is het zoveelste bewijs. Een vleugel met een ergonomisch klavier en een opzienbarende klank.’
Door de fatale kronkels van de geschiedenis worden Vlamingen geboren als aandeelhouders van een waardeloze nv, en gedragen ze zich daar ook naar.
Havens! Nano-kennis! Een ergonomisch klavier! Wie wil begrijpen waarom wij zo hard werken, geld als slijk verdienen, en toch nooit onze eigen boontjes willen/kunnen/durven doppen, moet naar een 21-juli viering kijken -uitgezonden op alle Vlaamse zenders-, waarin beteuterde Vlaamse dwergpresentatoren zich haast van het podium laten kakelen door hun francofone collega’s. Coryfeeën als Niels Destadsbader -de artistieke kameleon en grootverdiener van de VRT die ook al de 11-juli-viering had opgeluisterd- kwamen hier overtuigend demonstreren dat die Maene-piano’s wel de economie doen draaien maar met een cultureel zelfbewustzijn niets van doen hebben.
Meer inzicht nog in dit Lamme Goedzak-syndroom biedt het strand van Blankenberge na een zomerzondag. De horeca doet er gouden zaken, maar na een invasie van Brusselse ‘toeristen’ oogt de kust als een stort. Verontwaardiging alom. Maar bekijk de lelijkheid van die betonnen kustlijn, en noteer ook dat die vuilbakken op de foto propvol zitten: we verkloten het zelf, dit is een geval van nestbevuiling. Daags nadien ruimen we de troep gewoon op, als hoorde het erbij. Bovendien, lelijkheid trekt lelijkheid aan, en dat maakt onze ‘Belgische’ kust zo populair, zie ook de walgelijke fluoblokken van Arne Quinze op de Oostendse dijk.
Hugo Claus wist het al: verdriet is het woord dat het beste past bij al onze nano-kennis, die wellicht ook gewoon zelfkennis kan genoemd worden. Tot volgende week, waar we te voet naar Scherpenheuvel gaan.
“verdriet is het woord dat het beste past bij al onze nano-kennis, die wellicht ook gewoon zelfkennis kan genoemd worden”
Het schijnt dat virussen ook zo’n beetje nano niveau zijn, daar weet men ook veel van, iedereen tegenwoordig, en is men heel veel mee bezig…
Een ergonomische piano is typisch een product van democratische cultuur, d.w.z..de kleinburger die koning is in democratie-land is geobsedeerd met veiligheid en comfort, wat zich uit in duizenden verschillende vormen. Ik kan me voorstellen dat een handige entrepreneur, met gevoel voor democratische cultuur, een toetsenbord ontwerpt dat heel makkelijk gesteriliseerd kan worden (zodat men niet besmet raakt). Of wellicht, verregaand, of verdergaand, dat om erop te kunnen spelen men eerst gescanned moet worden via ingebouwde technologie, of men de juiste volkvee-injecties heeft gehad als bescherming tegen vermeende nano-microscopoisch kleine wezens, en zo niet, dan is het ‘unlocken’ van het ergonomische toetsenbord met de kindveilige klep nog mogelijk via ingebouwde tests (die via het internet geupdate en uitgebreid kunnen worden). Op elke piano staat dan ook een sticker van het WHO, naast de sticker van een of ander instituut dat bepaald of de piano aan ergonomische eisen voldoet, en dat naast de sticker die aangeeft dat de piano niet gevaarlijk is voor de ‘kindjes’ prinsen en prinsessen van de democratische kleinburger koning, het geheel gesierd met een sticker-van-goedkeuring van de democratische staat en een door de staat geleverd digitaal ID voor de piano, en een footprint certificaat, m.b.t duurzaamheid. Wellicht ook een pianokruk met bescherming, net zoals in de auto, dat de kleine prinsen en prinsessen van het volk er niet af kunnen vallen en zich zo bezeren (een verplichte valhelm is wellicht een goed idee). Wellicht komt men nog op de proppen met een soort materiaal dat stof afstoot, zodat de democratische huisvrouw ook tevreden is.
Dat is dan bovenop alle technologie die al is geïntroduceerd, technologie waarmee de democraat-kleinburger-koning makkelijk middels een druk op de knop dingen uit het inmiddels democratisch-hybride apparaat kan toveren (alleen een selfie kunnen maken zou wellicht nog een goed commercieel idee zijn?).
Dat is wat anders dan je vingers breken, techniek moeten aanleren, onder onaangename omstandigheden over onverharde hobbelige wegen moeten reizen om je muziek ten gehore te brengen, bloed, zweet en tranen. Een heel leger van vrijwilligers moeten inzetten die handmatig kopieën maken van partituren, met een oudbakken instrument moeten doen, en je lijf en leden en allerlei ontberingen riskeren op allerlei manieren. Alles voor de kunst.
Ik zou de piano beschrijven als een symbool van het streven van de pre-democratische mens, mishandeld door de democratische massa-mens, en zo verworden tot een symbool van culturele incompetentie en impotentie. De piano is het laatste symbool van hoger streven en individuele expressie, dat door sommigen ook nog wel nostalgisch wordt gewaardeerd, maar zodra men erachter gaat zitten, dan lonkt de heilige cultuur van de massa, het kassie en scherm gapen lonkt, en voor men het weet keert men de piano de rug toe, en dompelt men zich onder in de massacultuur , de staats-afgoderij, en de obsessieve-afgoderij van politiek, die alle individueel streven en expressie om zeep helpt, en gemakzuchtig geconsumeerd kan worden. Het theater van de burger-utopia speelt zich af op de massakanalen van volkssensatie en continu agitatie, wie ben jij dan, met je hopeloze (niet door technologie versterkte) individuele expressie, ten opzichte van die almachtige georganiseerde kanalen en distributietechnologie van de massa-democratie.
Dat de piano nog steeds wordt gewaardeerd geeft in zekere zin hoop, alhoewel de piano steeds meer ingelijfd is in het benauwende keurslijf van de kleinburger-democratie, symboliseert deze voor een kleine groep nog steeds cultuur, karakter en individualiteit, en soms produceert deze op het zicht alleen zelfs een nostalgisch gevoel van vrijheid en individualiteit in de kleinburger zelf, in zoverre men zich er nog iets van kan herinneren, of men er nog een voorstelling van kan hebben.
Ook al is de piano symbool van culture impotentie, het zou erger zijn als er er geen piano’s waren, en alleen de ultieme symbolen van het kleinburger ‘genot en comfort zoeken’, zoals de barbecue en het kleinburger tuin-genots-meubilair, en de kleinburger-transporteermobiel, de auto, zouden bestaan. Dan zou alleen resten: de maagvulling-sensatie-comfort zoekende burger, die maagvulling, sensatie en comfort zoekt, zich onderdompelt in de massa, begeertevol en onbevredigbaar heen en weer rijdt, terwijl hij intensief wordt geregeerd en gedirigeerd door de kwantiteitsmanagers, de politici, de instituties van de afgoderij van de massa-democratie, en de representatieve propaganda narren op de schermen.
Zo heb ik ooit een nog niet zo erg oude piano die nog wel een euro of zeshonderd waard was cadeau gedaan aan een dame (een van de vele geïnteresseerden) die te kennen gaf dat ze tijdens de lockdown iets voor zichzelf wilde hebben, om zich mee bezig te houden terwijl ze door de staat in huis was opgesloten. Dat zij de piano kreeg leek me een goede poging om toch ten minste één persoon te redden van het kassie kijken, het staats en mediapropaganda circus, haar te redden van het dodende virus dat de massa-cultuur is. Om toch het idee te hebben om tenminste iemand te redden van dat hele ridicule depersonaliserende burger-circus en haar haar ziel terug te leren winnen. Dan heb ik haar ook nog een idee aan de hand gedaan, hoe ze ‘onderhands’ tegen een heel schappelijk bedrag de piano kon laten transporteren, zonder nog eens dik door de democratische seculiere-almachtige-god-staat geripped te worden middels belastingen.
De kwaliteitsmanagers van de massa-democratie hebben natuurlijk geen enkel oog voor het streven van het individu wanneer het niet kwantitatief en dus statistisch bewezen kan worden, en zo is de agenda zeer beperkt, en allang het doel voorbij gestreefd, en kan men zich alleen nog blindstaren en een circus produceren.
Ironisch genoeg heeft de staat en massa-nano-democratie nog wraak genomen. Na een hele lange tijd de vaccinatie-drab ontweken te hebben, heb ik in een al te goede bui voor een vriendin die heilig geloofde in het goedje, en door de media obsessief bang was gemaakt, het goedje in laten spuiten in een moderne Gentse volks-veehal, om dat te moeten bekopen met een ernstige schildklierziekte, inclusief een bijbehorende reumatische aandoening, waardoor ik maandenlang geen piano heb kunnen spelen.
Met Sanctorum, die naar ik begreep een heilig geloof in het magische goedje bezit, de vaccinaties, zoveel zelfs dat hij zelfs de patenten weg wilde hebben, is het dus slecht pianospelen. Alhoewel, toegegeven, statistisch gezien is het risico klein, en dat is genoeg voor de kwantiteitsmanagers van de angst…
De Vlaamse economie groeit omdat het geld simpelweg aan de bomen groeit. Eens goed aan de bomen schudden! Vroeger moest men het hebben van de tulpenbollen, naar het schijnt ook een apenbedoening… Vandaar dat de apenpokken misschien in het land zijn?

P.S. : Niet mijn bedoeling om tegenover apen politiek incorrect te zijn!