Het is maar hoe je het bekijkt
Het rijke Vlaamse collaboratieverleden is al voorwerp geweest van menig wetenschappelijke studie. Terecht, dit behoort tot ons collectief geheugen en heeft in zovele families -waaronder die van ondergetekende- diepe sporen nagelaten. Baanbrekend was zeker de TV-serie ‘De nieuwe orde’ van Maurice De Wilde (1923-1998) die begin de jaren ’80 op het scherm kwam en zowat tien jaar doorliep.
Het is een complex fenomeen, onlosmakelijk verbonden met het Vlaams-nationalisme, hoewel je ook puur economische collaborateurs had, lieden die zaken deden met de bezetter. Daarnaast is er de politieke collaboratie (van de katholiek-fascistische ideoloog Cyriel Verschaeve tot Jef Van de Wiele, voorman van de Duits-Vlaamse cultuurvereniging De Vlag), met inbegrip van al wie ergens een bestuursfunctie had onder de bezetting zoals de oorlogsburgemeesters. Zij die gingen meevechten met de Duitsers, meestal aan het Oostfront, worden tot de idealisten gerekend: hun motief varieert van Vlaamsgezind tot vroom Christelijk, of beide, naast uiteraard de avonturiers die je overal hebt.
Vlaamse muzen die nicht schweigen
Joris Diels en Ida Wasserman, later in 1966
Een bijzonder geval vormt de culturele collaboratie: kunstenaars, schrijvers en intellectuelen die onder de Duitse bezetting actief bleven en het cultuurleven draaiend hielden, want ‘Wenn die Waffen sprechen, schweigen die Musen nicht’ was het motto van propagandaminister Joseph Goebbels.
Op die manier werden kunstenaars voor een dilemma geplaatst: zwijgen en van onder de schijnwerpers verdwijnen, of voortdoen en de handen vuilmaken zoals dat heet. Enig opportunisme is daar natuurlijk niet vreemd aan: een componist als Richard Strauss, in Duitsland al een beroemdheid voor de nazi’s aan de macht kwamen, ging vrolijk verder met opera’s componeren én uitvoeren, ook als hij zag hoe de ene Jood na de andere uitweek of werd opgepakt.
Op die manier werden kunstenaars voor een dilemma geplaatst: zwijgen en van onder de schijnwerpers verdwijnen, of voortdoen en de handen vuilmaken zoals dat heet.
In Vlaanderen is er het geval van de gebroeders Diels, bekende namen in het toenmalige theaterleven. Joris was onder de bezetting directeur van de KNS en nadien ook van de Koninklijke Vlaamse Opera. Hij was lid van De Vlag (zie hoger) en organiseerde uitwisselingsprojecten tussen zijn gezelschap en Duitse theaters. Daarnaast gaf hij lezingen aan diverse Duitse universiteiten en nam uiteraard deel aan alle ceremonieën die met zijn ambt verbonden waren.
De repressie was achteraf betrekkelijk mild voor dit soort ‘zachte’ collaboratie. Joris Diels werd in 1947 bij verstek tot vijftien jaar gevangenis en een geldboete veroordeeld, maar bekwam in 1948 in beroep vrijspraak. Als verzachtende omstandigheid gold wellicht dat hij getrouwd was met de Joodse actrice Ida Wasserman, die op die manier van deportatie werd gespaard, ook al moest ze zich tijdens de oorlog gedeisd houden en naar Den Haag uitwijken.
Joris’ broer, Hendrik Diels, was als operadirigent via De Vlag nog meer gebrouilleerd met het nazi-regime. Hij vluchtte in 1944 zelfs naar Berlijn en werd daar in 1945 gearresteerd. In 1949 werd hij tot drie jaar gevangenis veroordeeld, maar was een jaar later alweer aan het dirigeren. Hendrik Diels eindigde zijn leven in peis en vree, als SABAM-directeur. Samengevat: de gebroeders Diels waren geen nazi’s, maar deden gewoon hun ding verder, en vonden inderdaad dat de muzen niet moeten zwijgen omdat de straten vol hakenkruisen hangen. Meer nog, ze speldden er zelf eentje op. De rekkelijkheid van de Vlaming die al wat bezettingen gewoon is. Al is het gemakkelijk (ver)oordelen achteraf.
Intellectuele kontdraaierij
De existentiële positie van de kunstenaar in oorlogs- en bezettingstijd is het thema van de nieuwe roman van Tom Lanoye, getiteld De draaischijf. Een allusie op het draaiplatform dat in het betere theater voor makkelijke decorwissels zorgt.
Lanoye heeft in een kleine 500 bladzijden eigenlijk heel de biografie van de twee Diels’en plus Joris’ vrouw Ida Wasserman herschreven. Met dien verstande dat ze omgedoopt werden tot de gebroeders Desmedt (Alex, de ik-figuur en Rik), en Ida Wasserman wordt Lea Liebermann. Alle referenties kloppen verder, het broederschap van de theaterdirecteur en de operadirigent, de connecties met De Vlag, enzovoort.
Tom Lanoye echter laat zijn personages niet zijn wie ze zijn, hij karikaturiseert ze bijna in dienst van zijn ideologie en politieke gelijk.
De vraag is, waartoe zo’n quiproquo dan nog dient, en waarom de auteur stellig volhoudt dat het om ‘verzonnen personages’ gaat. Dat is gewoon niet zo. Het gaat om historische personages waar de auteur een impliciet oordeel over velt. Een negatief uiteraard. Dat is het grote verschil met Claus’ Het verdriet van België (1983), waarnaar hij refereert, maar dat een veel subtielere schildering is van het collaboratiemilieu, in dit geval het kleinsteeds-katholieke.
Tom Lanoye echter laat zijn personages niet zijn wie ze zijn, hij karikaturiseert ze bijna in dienst van zijn ideologie en politieke gelijk. Dat begrijpen we ook uit alle interviews rond dit boek, ook in De Afspraak van 23 maart. Lanoye heeft rekeningen openstaan die nooit vereffend geraken. Hij is al sinds jaar en dag een tegenstander van het nationalisme, elke vorm ervan, ook het Vlaamse. Dat is zijn goed recht. Maar een polemiek romantiseren en politieke boodschappen verpakken in een literaire constructie, getuigt dat niet van intellectuele kontdraaierij? Schrijf dan gewoon een kritisch essay van 100 pagina’s, met namen en feiten, voor zover over de culturele en andere collaboratie al niet zowat alles gezegd en geschreven is.
Belgique à papa
Er zijn natuurlijk goede redenen voor de geschiedschrijving à la Lanoye: romans verkopen beter, je kunt er literaire prijzen mee winnen, je kan niet aangesproken worden op onjuistheden want dan is het artistieke vrijheid, en,- misschien nog het belangrijkste,- de personen in kwestie kunnen je geen proces aandoen wegens smaad.
Laten we tot slot even de situatie van de kunstenaar Tom Lanoye zelf bekijken, in het licht van zijn nieuwste roman. Al jaar en dag werpt hij zich op als ‘de paus van de linkse kerk’ in Vlaanderen, en laat zich gewillig meevoeren in het neo-unitaristisch discours, waarbij alle Vlaamsgezinden met fascisten worden gelijkgesteld. Dat is bijna Poetiniaans, dit soort stigma’s. Zonder het te beseffen -of wel?- voert de zogenaamd progressieve auteur een regressieve agenda uit van het Belgique à papa. Het Belgicisme is, zoals bekend, de levensverzekering van de Vlaamse linkerzijde die daar zelfs een discours van morele superioriteit aan verbindt.
De Vlaamse culturele elite, waartoe Lanoye behoort, wil aan die zoektocht bewust géén deel nemen en verkiest zich te verschansen binnen de muren van het Belgische ancien régime, inclusief het grotesk theater dat monarchie wordt genoemd.
Niet alle Vlamingen zijn anti-Belgicisten, maar Vlaanderen heeft nooit echt zijn draai gevonden binnen de Belgische constructie, die van meet af aan op maat was gemaakt van de francofone elite. Bijna twee eeuwen later is de regio wel economisch welvarend maar politiek onvolwassen, nog steeds op zoek naar zichzelf. De Vlaamse culturele elite, waartoe Lanoye behoort, wil aan die zoektocht bewust géén deel nemen en verkiest zich te verschansen binnen de muren van het Belgische ancien régime, inclusief het grotesk theater dat monarchie wordt genoemd.
In die zin moet Tom Lanoye als een geval van culturele collaboratie beschouwd worden, en lijkt hij wel meer op zijn eigen hoofdpersonage dan hij ooit zou willen toegeven. De draaischijf dus: het hangt er maar van af hoe je het bekijkt.
Tom Lanoye: De draaischijf, uitgegeven bij Prometheus, 480 blz.
Vindt u deze column interessant, leerrijk, controversieel, of hebt u tenminste eens goed kunnen lachen? Dan is een donatie, hoe bescheiden ook, misschien een goed idee.
Prachtig verwoord. Tom L is zelf een draaischijf en een fervent nationalist
Stefaan Hertmans heeft eigenlijk hetzelfde gedaan in De Opgang met Willem Verhulst: alles wat hier historisch niet klopt is zogezegd de literaire vrijheid van de romanschrijver.
Voor mij nooit een roman of gedicht van deze nicht.
Dat soort boeken schuif ik bewust terzijde, die van Sanctorum uitgezonderd. Ik mag graag een goed gevoerde pen en geen dosis hypocrisie. En van Lanoye, Hertmans, Pfeiffer en d van die boeren geen eieren.
Zolang partijen zoals N-VA geen coalitie willen vormen met Vlaams Belang zakt België en Vlaanderen incluis af naar een derde wereld land en lacht de francofone gemeenschap zich een bult. Om nog te zwijgen over “die poppenkast voor klootjesvolk” in Laeken. En waren het ook niet de pastoors die de jonge mannen aanspoorden om tegen de heidenen in Rusland te gaan vechten ? Die Maurice De Wilde had veel meer speurwerk moeten verrichten betreffende de betrokkenheid van de Walen die onder impuls van Leon Degrelle ook aan dat Oostfront hebben gevochten. Van politieke figuren als Verhofstadt of het geslacht Decroo hebben we als Vlaming niks te verwachten.
Ik vrees dat Vlamingen zich eeuwig gedoemd maken om onder gelijk welk juk te dienen.
De geschiedenis zal het uitmaken
De Wilde had dossierkasten vol op de BRT, hij verrichtte degelijk, betrouwbaar en volledig journalistiek werk. (google maar eens: “Uitzendingen Maurice De Wilde : VRT”). Of alles ook werd uitgezonden, dàt is dan weer een andere zaak. Maar destijds was het nog mogelijk om onbelemmerde onderzoekjournalistiek te verrichten. Ik weet dat hij Leon Degrelles bloeddruk regelmatig tegen het plafond joeg. De Wilde had niet voor niets het uiterlijk van een pitbull.
Draagt de schrijver zijn rode bril niet meer? Veranderd van kleur? Mooie zwart-gele cover! Alleen voor de cover zou ik het boek kopen…
Tom Lanoye, schrijvertje van zielige scheldpartijen in Humo; zelf zit hij meer in Zuid Africa in een “gated community”. Veilig achter bewaakte muren tussen zijn witmensen. En verzwijgt het genocide op de gewone blanke Zuid Afrikaanse boer, die zich niet kan opsluiten in beveiligde zones. Zijn sluitspier moet ongelooflijk uitgerekt zijn want hij doet niets anders dan platvloers schijten. Tegen Leona Detiège omdat hij niet mocht trouwen op het schoon verdiep met zijn man, tegen LouisTobback, omdat hij het huwelijk van Lanoye een contraproductieve clownsact vond.Tegen Polen (geen homo huwelijken), Frankrijk…. Wel Lanoye, u bent een platte laffe drol want 1 woord over de islam die alle homo’s dood wil, neen hoor. Of over homo’s die in elkaar geslagen worden in door moslims bezette stadsdelen in ons land, neen hoor. Want multicultureel is zijn norm.