Een stout meisje uit Ruiselede exposeert
Mijn recente column over de twijfelachtige relevantie van de Vlaamse cultuursector veroorzaakte nogal wat consternatie bij lieden die al eens een concertje meepikken of een theater bezoeken. Bezondigde de auteur zich aan Kulturfeindlichtkeit? Terwijl hij zich toch minnaar der schone kunsten wil noemen, en voor een huisconcert al eens aan het klavier gaat zitten om Beethoven of Sjostakovitch te lijf te gaan.
Edoch, ik ben en blijf een zeer koele minnaar van de Vlaamse cultuursector, in casu de bubbel van artiesten en semi-intellectuelen die Vlaanderen willen bekeren tot de linkse kerk, zich als rebellen profileren, en en passant toch maar al te graag subsidies opstrijken. Belerende cultuurpastoors genre Tom Lanoye en Dominique Willaert die al prekend en/of scheldend kunst verwarren met agitprop.
Er lopen in Vlaanderen anderzijds ook wel wat creatieve geesten rond die zich aan ‘de sector’ weinig gelegen laten en gewoon hun ding doen. Wat hun werk ook veel krachtiger en -om een belegen woord te gebruiken- authentieker maakt. Kunstenaars die wat minder de grote media halen, en het ons-kent-ons-wereldje links laten liggen.
Een vette knipoog
Fotografe Sylvia Konior (°1972) is er zo een. Ze is haar eigen model, waarmee ze allerlei surreëel-grappige ensceneringen opzet. Beelden die uit het gewone leven gegrepen zijn, maar met een vette knipoog, en neem dat ‘vet’ maar letterlijk. Sylvia toont onverbloemd haar kussentjes en beharing, drijft de spot en zelfspot, daagt de goegemeente uit en zet de toeschouwer op het verkeerde been.
Dat zoiets zich afspeelt in het West-Vlaamse boerengat Ruiselede, waar iedereen iedereen kent, maakt het nog specialer. Met een man die een zaak heeft, drie kinderen, en zelf actief als beroepsfotografe (voor al uw huwelijken, één adres), word je daar al snel bekeken als een ‘raar mens’. Dat stoort haar weinig. Ook het feit dat een affiche voor een lokale tentoonstelling werd gecensureerd (de madonna met drol), of dat galerijhouders een grappige foto van een moslima aan een zwembad niet durven ophangen, weerhoudt haar niet, integendeel. Grenzen aftasten en de humor voorbij de fatsoensgrens tillen, die gedrevenheid spreekt uit alle beelden.
Haar artistieke missie is wars van elk conformisme en haar attitude is verfrissend politiek incorrect.
Konior is een zondagskunstenares in de positieve zin van het woord. Ze is speels én radicaal in haar werk, bezit dat tikkeltje naïviteit nodig om haar verbeelding de vrije loop te laten, en haalt graag de koekenpan boven als er bezoek is. Af en toe wordt ze echt kwaad en geeft ze af op de bekrompenheid en de oprukkende censuurmaatschappij. Ronkende politieke uitspraken zijn aan Sylvia voor de rest niet besteed, noch aan linkse noch aan rechtse zijde. Dat hoeft ook niet. Haar artistieke missie is wars van elk conformisme en haar attitude is verfrissend politiek incorrect.
We gingen haar opzoeken in een tentoonstellingsruimte te Boechout (Ukkelberrifun van Ellen Wezenbeek), op een regenachtige zondagmiddag. Een expositie, gewijd aan de vrijheid van expressie, het schaarse publiek met mondmasker, het doet onwezenlijk aan. Ook rond corona moet Sylvia misschien eens wat grappig-stoute statements maken…
Het lichaam als statement
– Ik zie hier foto’s, eigenlijk meer bizarre selfies, waarin je een situatie ensceneert, een anekdote vertelt, soms lichtjes grotesk, met dat lichaam van je in de hoofdrol. De schoonheidsvlekjes worden niet verhuld, integendeel. Die filosofie van het onperfecte, natuurlijke lichaam loopt als een rode draad door jouw werk.
– Mijn lijf vormt een statement, dat klopt. Ik wil het tonen zoals het is, zoals vrouwen dat zouden willen maar niet durven. Puur natuur als aanklacht tegen de druk die op vrouwen wordt gelegd om het ideale lichaam na te streven.
– Idealiseert kunst niet altijd? Ik bedoel: schoonheid als iets dat er niet zomaar is, maar moet gecreëerd, geboetseerd worden. Of zelfs bijna iets utopisch, niet van deze wereld.
– Dat is een typisch mannelijke opvatting. Die gespletenheid tussen gesublimeerde ‘schoonheid’ enerzijds en de pornografische ‘lelijkheid’, die door bepaalde kunstenaars dan ook weer wordt gecultiveerd om het schandaal te zoeken. Beide zijn voor mij waanvoorstellingen. Wat is het ideale? Wie bepaalt dat? Wat is schoon, wat is lelijk? Het vrouwelijk schoon is een abstractie die commerce is geworden. Vrouwen beseffen niet dat de esthetische dictatuur die ze ondergaan misschien even erg is als het dragen van een boerka. Als ik mijn lichaam toon zoals het is, dan symboliseert dat ook een radicale claim op de vrije meningsuiting.
– Je eerste wapen is het eigen lijf, het tweede daaronder de humor. De ironie en de dubbele bodems zijn overal aanwezig. Je lacht met jezelf, met de wereld, en met de toeschouwer. En dat in een tijd dat humor zeer problematisch wordt en je met allerlei dingen niet meer mag lachen.
– Dat is zo, en dat ergert me mateloos. Dat is de ‘politieke’ kant van mijn werk. Humor moet vooral doen lachen, maar het is ook subversief, het daagt de weldenkendheid en de censuur uit.
‘Vrouwen beseffen niet dat de esthetische dictatuur die ze ondergaan misschien even erg is als het dragen van een boerka.’
– Humorloosheid, schaamtecultuur en censuur gaan dikwijls hand in hand. De islam is daar vandaag het duidelijkste bewijs van.
– Vooral over religie hangt een verbod om te lachen, en het is niet moeilijk om na te gaan van welke kant die komt. Een foto van een in boerka gehulde moslima aan een zwembad, daar krijg ik opmerkingen over dat ze die liever niet ophangen. We leven in een maatschappij van de angst en de intimidatie. Er is ook een manifest gebrek aan gezond verstand, overal. Mensen laten zich meeslepen in bijna absurde tunnelvisies, dikwijls door de media opgezet, omdat ze zelf niet meer durven kijken (wijst met de twee wijsvingers vooruit) en de realiteit niet aandurven. Dat is bijna middeleeuws.
– Die rebelse kant van je moet toch ook zijn weerslag hebben op je privé-leven denk ik dan. Je hebt een gezin en kinderen, zelfs een zaak. Worden zij soms aangesproken op je artistieke activiteit, de soms toch wel bizarre creativiteit, het bloot? Ben je een ster in Ruiselede of steken ze schuw de straat over als ze je zien?
– Er wordt uiteraard over mij gepraat. Niet dat ik dat nastreef, de roddels vormen een normaal achtergrondgeluid. Die gekke artieste, die zotte doos, die schandalige fotografe, .. het is een ‘specialleke’ hoor je ook veel. Ik maak blijkbaar ‘schandalige’ foto’s. Ja, ik moet wel eens schipperen omdat mijn volwassen kinderen zich soms schamen.
– Op zich ook wel straf, dat kinderen braver en conformistischer zijn dan hun ouders.
– Het is de tijdsgeest vrees ik. Mijn man laat mij doen en zegt niet snel dat ik iets beter niet zou doen. Hij kent mij. Zeg dat ik iets niet mag doen, dan doe ik het zeker en nog een tweede keer, veel erger. Het evenwicht is niet gemakkelijk te vinden. maar het leven is te kort om een saai leven te leiden zoals een schaap in een grote kudde waar ze altijd ja knikken.
– Van evenwicht gesproken… (Schraapt de keel)… Die 120 orgasmes die je van je zelf in één uur tijd vastlegde. Dat is twee per minuut. Vriendinnen van me zeggen dat dat niet kan, dat het fake is. En dan nog tegelijk een camera hanteren, het lijkt bovenmenselijk.
– Dat ze voor zichzelf spreken hé. Ja, het is wel echt. En zonder hulpstukken. Weet je wat? Ik wilde vooral gynaecologen zoals jij, experts van het vrouwenlichaam, eens goed met hun ogen doen knipperen en van hun stuk brengen.
– Daar ben je dan zeker in gelukt, Sylvia (loopt verder de bar in).
Ontvroren Venus
Laat ons wel wezen: deze zotte doos weet waarmee ze bezig is. Ze hanteert een feministische invalshoek die los staat van elke ideologisch gedefinieerde vrouwenbeweging of MeToo-slachtoffermoraal. Ergens is er een link met Femen, ook al omdat ze via het naakt focust op het religieuze fundamentalisme en zijn vrouwenhaat.
Maar tegelijk ruikt haar werk naar de West-Vlaamse varkensstallen, en dat bedoel ik heel positief: een vorm van schoonheid die niet klassiek of mannelijk-gekunsteld is, maar spontaan, instinctief, zelfs bijna dierlijk. Elke foto is een raadseltje, een grap, én een statement. Wie een van de drie rateert moet beter kijken.
Het verschil met de kunst van de mannelijke collega’s zit hem in het organische en de verstrengeling met het eigen bestaan, het niet willen meedoen aan modes of hypes, en het ook niet willen verpakken in ronkende theorieën. Haar weelderige vormen, die ik ongegeneerd ook met mannelijke ogen bekijk, herinneren er ons aan dat de natuur moeilijk kan overtroffen worden.
Elke foto is een raadseltje, een grap, én een statement. Wie een van de drie rateert moet beter kijken.
Voor de rest laat ik me graag verleiden door vrouwen die de no nonsense weten te hanteren. De vrolijkheid van haar werk, kont-rasterend met verstilde momenten van nostalgie en melancholie, toont het eigen lichaam als iets dat ontsnapt is uit een ‘kader’ om zelf een verhaal te vertellen. Het (terug) vlees geworden model dat door grootmeesters als P.P. Rubens werd ‘ingevroren’ en als kunstwerk verkocht.
Konior behoort tot een tegencultuur die net door haar naturistische oprechtheid charlatans als Delvoye en Fabre ver achter zich laat. Onze door grootspraak en leugenachtigheid gekenmerkte tijd heeft dat nodig.
Toch nooit vergeten dat het woord ‘cultuur’ in het Latijn ooit gewoon landbouw betekende, met de natuur bezig zijn dus, dingen laten groeien. Hoe dat iets helemaal anders is geworden, bijvoorbeeld varkens tatoeëren of spinnen zich met scheermesjes laten verminken, en daar ook nog een uitleg aan vastknopen, daarvoor verwijs ik graag naar de sector in kwestie.