Terwijl de suiker- en vetlobby elkaar bekogelen met pseudo-wetenschappelijke shit om hun eigen onschadelijkheid te “bewijzen”, staat één ding als een paal boven water en is nog nooit gecontesteerd: bewegen is gezond. Fysiek en mentaal. Sport geeft daar een competitieve dimensie aan -op zich helemaal niet nodig, maar soit-, en van grootse sportmanifestaties zoals het EK Voetbal of de Olympische Spelen heet het dat ze ons moeten motiveren om de luie kont op te heffen, al doet de televisie veeleer het tegendeel.
Natuurlijk wekt die haast bovenmenselijke kracht van de superatleten naast bewondering ook afgunst op. Waarom kunnen wij dat niet? En die Ethiopische hazen, dat is toch puur omdat ze een ander soort spierstelsel hebben, nog daterend van de tijd dat de mens op antilopen jaagde? Neen, de aanblik van het atletische superlichaam wekt ook frustratie.
Daarom zijn er na de Olympics de Paralympics, waar “mensen met een beperking” (vroeger andersvaliden, voorheen mindervaliden, nog eerder gehandicapten) al dan niet in rolstoel de echte atleten mogen imiteren. Het is in feite een genante bedoening die nuchtere kijkers tenenkrullend gadeslaan: de Paralympische kreupelen exorciseren de Olympische halfgoden door op één been tien keer trager de honderd meter te lopen. Of door in het voetbal tien goals te maken, maar dan wel in eigen doel wegens oriëntatieproblemen. Oeps. Deze epiloog is terapeutisch, omdat ze onze eigen beperktheid (in één discipline dan toch) weerspiegelt en omdat het Griekse ideaal van de perfecte mens (gezonde geest, gezond lichaam) al lang verdampt is tot de democratische mierenhoop waarin dankzij de TV iedereen vijf minuten beroemd is.
Blade runner
Maar de sfeer van deernis en goodwill rond de Paralympische pechvogels staat onder druk. Die Laurens Devos kan verdomd goed tegen een pingpongbal meppen. Hij staat ingedeeld in de categorie ‘hersenverlamden’, maar daar is niets van te merken, en zelfs zijn antwoorden aan de pers kunnen moeiteloos wedijveren met het gelul van Tom Boonen. De 16-jarige knaap zou met andere woorden ook niet misstaan in een gewone Olympiade, maar hij heeft ook nog een grote broer die tafeltennist en misschien is er maar plaats voor één kampioen in de familie, zegt mijn slecht karakter.
Straffer nog is de prestatie in de 1500 meter voor blinden en slechtzienden, waar maar liefst vier atleten (foto) een snellere tijd liepen dan Matthew Centrowitz die in de echte Olympics goud won. Natuurlijk moet men niet goed kunnen zien om snel rondjes te lopen, en de vraag die zich opdringt: wat doen deze atleten in een tornooi voor gehandicapten?
Misschien is heel dat idee van de Paralympics, als restant van de political correctness uit de vorige eeuw, wel voorbijgestreefd, samen met het idee dat er zoiets als mindervaliditeit bestaat. Sinds Oscar Pistorius, als kind al aan beide benen geamputeerd, op twee koolstofbladen in echte atletiektornooien loopnummers wint, ben ik er niet meer zo zeker van dat mensen moeten berusten in hun fysieke of mentale minderwaardigheid.
En natuurlijk heeft Pistorius zijn vrouw in een opwelling van woede vanachter een deur neergeschoten: dat is nu eenmaal gebeurd met dezelfde energie die hem loopnummers doet winnen als geamputeerde. De politiek-correcte moraal van de Paralympiade is bij deze naar de container verwezen: de ‘blade runner’ alias ‘de snelste man zonder benen’ is gewoon een snelle man met veel temperament. Hij verdient niet ons medelijden maar onze bewondering en zelfs onze afgunst of omgekeerde duim.
En dan is er natuurlijk nog Mieke Vervoort, de aan een ongeneeslijke spierziekte lijdende rolstoelatlete die helemaal niet als Paralympische kneus wil behandeld worden, maar veeleer sport bedrijft als vitalistisch statement en oerkreet, sterk naar de camera’s en de micro’s gericht, in afwachting van het finale exploot zijnde de aangekondigde zelfdoding.
In al deze gevallen blijkt dat het begrip “beperking” zelf de beperking creëert, en dat een B-categorie altijd ook een glazen plafond is dat mensen opsluit. Dat geldt zeker ook in hoge mate voor het onderwijs en het fameuze watervalsysteem, de B-attesten als domheidscertificaten, en het onderliggende idee dat niemand boven zichzelf kan uitstijgen.
Afschaffen dus die Paralympics, als festival van de meewarigheid en de betutteling. Mensen moeten gewoon in zichzelf geloven en voor het maximum gaan, buiten de schutskring. Tenzij het zou evolueren tot een uitbolevenement voor versleten atleten, Seniorlympics genoemd waar Tom Boonen binnen tien jaar op een e-bike nog eens een medaille haalt. Eindelijk in deze sport alle hulpmiddelen toegelaten, het wordt nog een prettig déja-vu.
Behoorlijk cynisch als opmerking natuurlijk, maar hoe dikwijls heeft die Mieke Vervoort haar euthanasie al aangekondigd, ondertussen dus ook voor de verzamelde wereldpers ? Het begint iets onfris te krijgen.
Overigens, komen de klanten van De Trappekes in Terlaenen in aanmerking voor deelname aan die Seniorlympics?
Johan H., Marieke haar papieren liggen klaar. Dat is het. Voor als ze niet meer kan punt. Marieke is ernstig ziek en mag dus zeker wel voorbereid zijn op het onvermijdelijke, niet? Uw cynische opmerking is eerder een domme onwetende opmerking. Laat de mensen in hun waarde. Een rotartikel volgens mij.
Hmmm…een aanzet voor een interessante discussie. Kijken de meesten van ons ook niet gênant de andere richting uit als we gehandicapten zien in een zwembad, of simpelweg op straat?
Het gesprek kan nog verwijd worden; vrouwenwielrennen en vrouwenvoetbal kennen evenmin succes, ondanks de opgefokte pogingen om het als politiek-correct interessant te propageren. Vrouwentennis wel, of is dat wegens de korte rokjes , elegante figuurtjes en knappe snoetjes van sommigen? In de atletiek heb je ook dat de uiterlijk aantrekkelijke èn goed presterende atletes à la Daphne Schippers, bewonderende mannenblikken vangen. Nu ja, die dragen natuurlijk ook wel korte broekjes die een stel elegante benen accentueren. Draait alles dus om seks? Tja, gehandicapten, sorry “mensen met een beperking”, roepen natuurlijk geen spontane lustgevoelens op….
@ Lut. Beste Lut. Je schrijft in je reactie: “Laat de mensen in hun waarde.” Ik heb de tekst van Sanctorum drie keer opnieuw gelezen. En mijn conclusie is net het tegenovergestelde – namelijk dat het een warm pleidooi is om mensen in hun waarde te laten. Om hen niet neerbuigend en zelfs vernederend te laten opdraven in een apart sportreservaatje. Waarom is het voor “sociale” en “welmenende” Gutmenschen toch zo moeilijk om hun achter “warme sympathie” verborgen superioriteitsgevoelens te laten varen? Wie is hier “cynisch”? Helaas, beste Lut, ik denk dat je ook wat ik schrijf niet echt begrijpend kan lezen. Daarom nog een voorbeeld uit mijn eigen beroepsleven. Ooit werd ik gevraagd om curator te zijn van een tentoonstelling met “allochtone kunstenaars”. Om die mensen “in hun waarde” te tonen. De beste en authentiekste kunstenaars bedankten voor de “eer” om te fungeren in zo’n randgebeuren van “allochtone kunst”. En terecht. Zij beschouwden zich als volwaardige kunstenaars. Punt. Zij hadden absoluut geen behoefte aan politiek correct gepamper. Uiteindelijk bleven alleen de pseudo-kunstenaars over – en nam ik ontslag als curator. Het is echt cynisch en neerbuigend om mensen – kunstenaars of atleten of noem maar op – op te sluiten in hun “handicap” of “etniciteit” of “geslacht”. Zoiets heeft niets te maken met “mensen in hun waarde laten”. Maar alles met de politiek correcte hubris van de Gutmensch die aan heel de wereld wil tonen hoe “warm, sociaal en verdraagzaam” hij of zij wel niet is. Hoe hart boven hard. Ach. Het is de cultus van het “slachtofferschap” – door Nietzsche ontmaskerd als weerzinwekkendste vorm van nihilisme. En ps. – beste Lut – de duivel beware me voor jouw “medeleven”. Ik leef volledig volgens het harmonisch ideaal van de Antieken. Ik ben een en al harmonie: een zieke geest in een ziek lichaam.
In het verleden hebben wel meerdere gehandicapte atleten deelgenomen aan de Olympische Spelen waaronder een dove zwemmer uit Zuid-Afrika – Terence Parkin. Hij behaalde zilver. Zijn quote: “I am going to the Olympics to represent South Africa, but it’s so vitally important for me to go, to show that the deaf can do anything. They can’t hear, they can see everything. I would like to show the world that there’s opportunities for the deaf.” https://www.wired.com/2012/08/11-disabled-olympians/.
Trouwens, ik heb een hekel aan de politiek correcte term ‘mensen met een beperking’. Het is niet zozeer onze handicap, maar de vooroordelen van de maatschappij die ons afremmen in het ontplooien van onze kwaliteiten en talenten. Ikzelf ben doof geboren maar het heeft me niet tegengehouden om het diploma van ziekenhuisapotheker aan de UA te behalen en avondlessen kunstgeschiedenis in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen te volgen.
Ik ben het dus volledig met Johan Sanctorum eens, wat hierboven betreft (zeker in verband met het glazen plafond en het onderwijs). Bedankt Johan voor uw bijdrage!